Houbraken, Arnold: De Groote Schouburgh Der Nederlantsche Konstschilders En Schilderessen: waar van 'er veele met hunne beeltenissen ten tooneel verschynen, en hun levensgedrag en konstwerken beschreven worden ; zynde een vervolg op Het schilderboek van K. v. Mander (Band 2): T welk zyn aanvang neemt met het jaar 1613, en vervolgt met die konstschilders, welker geboorte in dien tusschentyd tot het jaar 1635 voorgevallen is (Gravenhage, 1753)

van een menfchen hoofd
&c. 3I6.3I7-
Schrikkelyke onderneming
van de wangunft tegen
Jan de Baan. 321. 322
Onderzoek of zulke die een
lagen geeft bezitten, door
deftige voorbeelden ge-
fpoort, bekwaam ge-
maakt konnen worden
tot groote ondernemin-

gen in de Konft 334,
335- enz»
Wat tot de Perfoonver-
beeldingen behoort, en
wat nut de byvoegfelen
geven aan een Hiftori-
fche verbeelding. Als
ook de eigen beeltenif-
feri der voornaamfte per-
foonen enz. uit voor-
beelden betoogt, van 171.
tot 185.

NAAM-