Schilders en Schilderessen. 3
ren geneigt, keerde hy weder tot het onderwys
van Gerard Don, tot dat hem van zyne goede
vrienden geraden wierd de Konft by zig zelven
voort te oeffenen, ’t geen gelukkig uitviel; zulks
zyn penceelwerk van den beginne af aan bemin-
naars, en begunftigers vont. Onder deze warende
Heeren Vredenburg, Gerards, en de Profeflbr
Silvius, welke laatlle dikwerf verzegt, dat al wat
hy maakte voor hemmogt wezen , of hy keur heb-
ben om het zelve te naalden tot zoodanig een prys
als ymant anders daar voor wildé geven, ’t geen
zyn Konftluft niet weinig aanfpoorde; en nog meer,
toen hy door de gunft van gemelden Heer zyfien
Mecenas, gelegentheid kreeg om een Konltflukje
voor den Aartshertog te fchilderen, waar in hy
verbeelde een fchoon Vrouwtje ftaande in een
Zyde Stoffewinkel, en nevens dezelve een Rui-
ter, kwanfuis om eenige doffen te koopen , dog
die meer op die fchoonheid als op de Winkelwaren
fcheen te gluren; het welk den Aartshertog zoo
wel beviel dat hy hem daar voor dedebetalendui-
zent gulden , met aanbiedinge, zoo hy wilde te
Weenen aan ’t Hof komen wonen, dat hy hem ry-
kelyk voor zyn Konft betalen zoude, en daar en
boven hem jaarlyks een prefent van duizentRyks-
daalders geven: maar zulks doeg hy af, onder
voorwending dat zyn Huisvrouw daar niet toe ge-
neigt was.
Hy heeft in zyn tyd ook veiTcheide kondige
Kaarslichten gefchildert. Een der zelve verbeel-
dende een Vrouwtje, door te veel drinken be-
dwelmt in flaap gevallen, en van een potfemaker
belacht, en met een pispot gekroont , is
door den Kondigen Graveerder Hendrik Bary,
•Oom van den Heere G. Cincq, jegenwoordig
A 2 Sche-
ren geneigt, keerde hy weder tot het onderwys
van Gerard Don, tot dat hem van zyne goede
vrienden geraden wierd de Konft by zig zelven
voort te oeffenen, ’t geen gelukkig uitviel; zulks
zyn penceelwerk van den beginne af aan bemin-
naars, en begunftigers vont. Onder deze warende
Heeren Vredenburg, Gerards, en de Profeflbr
Silvius, welke laatlle dikwerf verzegt, dat al wat
hy maakte voor hemmogt wezen , of hy keur heb-
ben om het zelve te naalden tot zoodanig een prys
als ymant anders daar voor wildé geven, ’t geen
zyn Konftluft niet weinig aanfpoorde; en nog meer,
toen hy door de gunft van gemelden Heer zyfien
Mecenas, gelegentheid kreeg om een Konltflukje
voor den Aartshertog te fchilderen, waar in hy
verbeelde een fchoon Vrouwtje ftaande in een
Zyde Stoffewinkel, en nevens dezelve een Rui-
ter, kwanfuis om eenige doffen te koopen , dog
die meer op die fchoonheid als op de Winkelwaren
fcheen te gluren; het welk den Aartshertog zoo
wel beviel dat hy hem daar voor dedebetalendui-
zent gulden , met aanbiedinge, zoo hy wilde te
Weenen aan ’t Hof komen wonen, dat hy hem ry-
kelyk voor zyn Konft betalen zoude, en daar en
boven hem jaarlyks een prefent van duizentRyks-
daalders geven: maar zulks doeg hy af, onder
voorwending dat zyn Huisvrouw daar niet toe ge-
neigt was.
Hy heeft in zyn tyd ook veiTcheide kondige
Kaarslichten gefchildert. Een der zelve verbeel-
dende een Vrouwtje, door te veel drinken be-
dwelmt in flaap gevallen, en van een potfemaker
belacht, en met een pispot gekroont , is
door den Kondigen Graveerder Hendrik Bary,
•Oom van den Heere G. Cincq, jegenwoordig
A 2 Sche-