Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Oudheidkundig jaarboek (3. Ser. 3.1923)

166 VERSIERINGEN OP TEGELS NAAR ONTWERPEN VAN DANIËL MAROT.

leiden. Wellicht dat deze publicatie aanleiding geeft, dat de aandacht er op wordt
gevestigd, zoodat mogelijk nadere inlichtingen hierover verstrekt kunnen worden.

Ten slotte nog een enkel woord over het fabrikaat. De vraag doet zich voor
of we deze tegels als Delftsche producten of wel, zooals anderen meenen, als
Engelsche navolgingen van het Delftsch aardewerk moeten beschouwen.

Dat hierover de meeningen verschillen is voornamelijk toe te schrijven aan
de omstandigheid, dat de behandeling en bewerking dezer tegels een van het Delftsch
eenigszins afwijkend karakter dragen. Aan den anderen kant vertoonen zij echter
weer zooveel punten van overeenkomst met de vazen uit Hampton Court Palace,
waarvan er vier het bekende Delftsche merk A. K. dragen, dat deze overweging
weer voor Delft doet pleiten. In deze meening worden wij te meer versterkt door
eene mededeeling van een bekwaam deskundige op het gebied van de Engelsche
ceramiek, die ons naar aanleiding van dit onderzoek schreef: „I can hardly believe
that any English faience-painter could have done such good work.”

I. C. E. PEELEN.

HOLLANDSCHE HERINNERINGEN TE MALAKA.

Onder de steden in Azië, die in den tijd van de Compagnie als handelscentra
golden, hebben vele later in den strijd met jongere concurrenten het onderspit
gedolven, of zijn onder politieke en economische invloeden, het verzanden der havens
of het centraliseeren van den handel in enkele hoofdplaatsen, teruggevallen tot
stadjes van slechts locaal belang. Vooral indien deze vielen buiten de routes der
internationale stoomvaartlijnen, werden zij door onze landgenooten slechts zelden
bezocht en, wat daar nog herinnerde aan de oude vestigingen van Nederlanders, trok
slechts zelden hunne belangstelling.

Malaka is onder deze bijna vergeten vestigingen wel een der belangrijksten.
De ligging van deze natuurlijke haven, halverwege den zeeweg tusschen de oude
beschavingscentra in Voor-Indië en het verre Oosten, maakte deze tot een aange-
wezen handelsplaats van groote beteekenis, vóórdat Batavia en Singapore dit oude
rendez-vous der oudheid tot een bescheiden provinciestad terugdrongen.

Het ontstaan der stad gaat tot een ver verleden terug. Volgens Swettenham ’)
bestaat de overlevering dat het in 1252 werd gesticht na de inname van Toemasik
(het oude Singapore) door den Raja van Majapatit uit Java, welke stad zelf in 1160
door Sang Nila Utama zoude zijn gesticht * 2). De heer L. van Vuuren geeft in een

’) Sir Frank Swettenham, Brittish Malaja, an account of the origin and progress of Brittish
influence in Malaja. London, 1908, bl. 123.

2) Manuel Godinho de Eredia, geboren te Malaka in 1563, noemt in zijn in 1613 te Goa verschenen
werk (uitgave Leon Janssen, Brussel 1882) 1411 als stichtingsjaar, hetgeen vrijwel overeen komt met
het bericht van Sam-po, of Cheng Ho, Chineesch gezant, die Malaka in 1416 beschrijft en verhaalt, dat
dit in 1409 tot stad werd verheven (Winstedt, bl. 116) — de naam komt in elk geval reeds eerder voor.