Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 5.1925

DOI Artikel:
Jansen, Daan: Schoolgebouw en Schoolvertrek vóór 1800
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0024

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
12

SCHOOLGEBOUW EN SCHOOLVERTREK VÓÓR 1800

te ’s-Gravenhage, het Clarissen-klooster te Amsterdam 1), dat eerst na 1666 de voormalige
Nieuwezijdsschool herbergde, nadat het eerst aalmoezeniershuis was geweest, het Minre-
broederklooster te Kampen2), en het St. Agnietenklooster te Tiel (1656)3).

Verder werden onder meer tot school ingericht: de kerk van het convent van St.
Agnes te Amersfoort, de Librye van de groote kerk te Edam, het arme Fraterhuis te ’s-Her-
togenbosch (1630) 4).

Van de tijdens de Republiek gebouwde scholen noemen we die van Brielle (1600),
Leiden (1590), Middelburg (1594), Leeuwarden (1625), Vollenhove en Hasselt. Voor zoover
we ze uit afbeeldingen kennen, verschillen de gevels dezer schoolgebouwen weinig van die
der laat 16e eeuwsche woonhuizen en doet alleen de breedere ingang met Latijnsch opschrift,
soms ook een poort in den muur der binnenplaats vermoeden, dat we met een schoolgebouw

te doen hebben. (Leiden, Middelburg). Ook moest bij
een voormalige klooster de schoolpoort door klassieke
attributen en een Latijnsch opschrift de bestemming
van het gebouw kenbaar maken (Delft, Amsterdam,
Gouda enz.).

We merkten reeds op, dat de Latijnsche scholen
tijdens de Republiek meerlokalig waren. Het Erasmi-
aansch Gymnasium had b.v. gelijkvloers 6 leerver-
trekken5). De Latijnsche school op den Singel te Am-
sterdam 8 en tijdelijk 10 leslokalen 6). De kleine Latijn-
sche school te Zalt-Bommel had 3 „auditoria”7). Om-
trent de in 1599 herbouwde school te Leiden deelt Orlers
mede: 8) „Van binnen is de voornoemde Schole verdeelt
ende afghescheyden aan ses bysondere Scholen of dassen. ’ ’

Zoo lezen we van de „Grote” School te ’s-Gravenhage:

„Van binnen is de voornoemde Schoole tegenwoordig verdeelt in vyf byzondere
Schooien of Classen.” 9)

Meer dan een lokaal hadden ook de Hiëronymusschool te Utrecht en de Latijnsche

Fig. 4. Minrebroederklooster te
Groningen

(Uit: Peters, Oud-Groningen).

4) Zie ter Gouw: Gesch. van Amsterdam.

2) Buil. Oudh Bond. 8e jaargang. Pag. 80.

3) Rink: Beschrijving van Tiel.

4) Het waren niet uitsluitend de Latijnsche scholen, die van de oude kerkelijke gebouwen
gebruik maakten. Zoo werden in 1585 het refter, het dormter- en de spinkamer van het klooster van
St. Agnes te Amsterdam gehuurd door een Franschen schoolmeester. (Zie: de Agnietenkapel door Brug-
mans enz. Amsterdam 1921).

s) Kan: Gesch. Erasmiaansch Gymnasium.

6) Eigen Haard 1885.

") Epkeman (E.) Bijdr. tot de Gesch. van de Lat. school te Zalt-Bommel in de 17e en 18e
eeuw, Gelre IX 1908 — Schoolregel van 1640.

8) Jan Jansz. Orlers: „Beschrijvinge der Stadt Leyden”. Pag. 216.

9) Beschrijving van ’s Gravenhage door Mr. Jacob de Riemer, R. G. ie deel pag. 600.
 
Annotationen