Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 5.1925

DOI Artikel:
Jansen, Daan: Schoolgebouw en Schoolvertrek vóór 1800
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0037

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
SCHOOLGEBOUW EN SCHOOLVERTREK VÓÓR 1800

25

verscheidene plaatwerken is deze plaat, die in belangrijke punten van het Nederlandsche
school-interieur afwijkt, toch als voorbeeld van een Hollandsche school opgenomen.1)

Van wandversiering valt op de oude afbeeldingen niet veel te bekennen, aan den
wand hangen A. B. C.-bordjes en de bekende boekenborden. Aan den wand hangen
ook vaak schrijfvoorbeelden van den meester en de schoonschriften (de „ophangselen”)
der kinderen, een schoolreglement, groote borden met het A. B. C., met het Onze Vader,
de tien geboden of spreuken 2). De kinderen houden den hoed op of leggen dezen naast zich
neer. Het voorschrift om den hoed in de hand te houden, als men bij den meester komt,
vindt men op de meeste afbeeldingen getrouw opgevolgd. Eerst op afbeeldingen van het begin
der 19e eeuw ziet men hoeden en
jassen aan spijkers aan den wand
hangen 3). Eerst dan ontstaat de be-
hoefte aan schoolgebouwen met cor-
ridors, die tevens als garderobe kun-
nen dienen.

De groote i8e-eeuwsche ra-
men, waarvan het bovenraam schui-
ven of kleppen kan, vinden we op
enkele 18e-eeuwsche prenten terug 4).

Echter blijft het kruisvenster tot op
sommige ipe-eeuwsche afbeeldingen
voorkomen. Een eenmaal in gebruik
zijnd schoolvertrek toch, werd niet
zonder hooge noodzakelijkheid ver-
bouwd.

De verwarming geschiedde tot
het einde der 18e eeuw zoo goed als uitsluitend met hout- en turfvuren in openhaarden.
Het schoolvertrek zal destijds zeer ongelijkmatig verwarmd geweest zijn. Bij strenge koude
kan het niet anders of de kinderen zullen zich rond het vuur geschaard hebben. Dat we
hiervan op de afbeeldingen niets zien, vindt wellicht hierin zijn oorzaak, dat de winter voor
den schilder nu juist niet de aangewezen tijd was, een school met zijn bezoek te vereeren.

Behalve de ongelijkmatige verwarming van het schoolvertrek zal het vaak ge-
bruiken van de school voor bijeenkomsten, feesten en inkwartiering reden zijn geweest,
het meubilair licht en gemakkelijk verplaatsbaar te maken. In 16741 bij het doortrekken van
Hollandsche troepen door Nijmegen werden vóór hun komst, uit de Latijnsche school
alle banken, stoelen, deuren en glasramen weggenomen en tijdelijk opgeborgen. En na

]) Zie b.v. het plaatje van Goltzius ± 1600 (Verz. van Stolk) en portef. XVI no. 26 K.O.G.
(schoolgaande kinderen).

2) Zie de school van Jan Luijken.

3) Prent van J. H. Hoedt (te Rotterdam) bij D. Versnel, begin 19e eeuw, (Gem. archief, Rotter-
dam).

4) Le maitre d’Ecole Sévère (Verz. van Stolk). Prentje van Numan (R. Prent. Cab.).
 
Annotationen