DOI Artikel:
Staring, Adolph: Geschiedenis van Dordrecht
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0085
GESCHIEDENIS VAN DORDRECHT
73
Puteianus; de kerk van het Minrebroeders-klooster wordt afgebroken, de rest wordt
1622 Oude-Mannenhuis; het St. Agnieteklooster wordt 1575, met zijn goederen, aan het
H. Geest- en pesthuis ter Groote Kerk aangewezen, etc. etc.
In 1572 kwam ook de Prins, wederom in 1573, gehuisvest in het Augustijnenklooster,
dat voortaan, inplaats van het huis Blijenburg, de verblijfplaats is voor hooge gasten en
de plaats voor officieele feestmalen; het kreeg den naam van: Hof. In 1573 had er de eerste
prov. Synode plaats; dadelijk daarop een Statenvergadering. Wederom kwam er de Prins
in Juni 1575, om er een
gedeelte der feesten bij
zijn huwelijk met Char-
lotte de Bourbon te vie-
ren; de prinses woonde,
als eertijds Alva, in het
huis de Berckepoort. In
Juli herhaalde de Prins
zijn bezoek, voor de Sta-
tenvergadering, waar hij
als hoofd der gewesten ge-
durende den opstand werd
aangenomen. Twee zijner
dochters zijn in de stad
geboren: Louise Juliana
(1576, in de Berckepoort)
en Charlotte Brabantina
(1580, in een verdwenen
particulier huis). De eer-
ste Nationale Synode werd
in 1578 te Dordrecht ge-
houden. Ook lord Leices-
ter bezocht de stad vele
malen, eerst gehuisvest in
de Berckepoort, later ge-
regeld hof houdend in het
Hof. Scheen het of Dordt, de eerst stemmende stad in de Staten, voor de toekomst zou worden
aangewezen als hun vaste vergaderplaats, dit geschiedde niet en geleidelijk keerde Dord-
recht tot het rustig bestaan eener provinciestad terug. Wel bewoonde ook Maurits een paar
keer het Hof, dat ook later aanzienlijke bezoekers zag, het waren echter slechts korte be-
zoeken en de naam van het gebouwencomplex werd te fraai voor zijn karakter; Willem II
en Willem III verkozen als verblijfplaats de herberg De Pauw, gemakkelijk gelegen nabij
de aanlegplaats van het Groot Hoofd. Nog ééns zou Dordt een belangrijke vergadering in
haar muren zien: de Nationale Synode van 1618, die echter niet meer in de groote zaal
van het Hof, maar in de Kloveniersdoelen werd gehouden. De chambre-mi-partie, gemengd
Hek van de Meerdervoortskapel.
73
Puteianus; de kerk van het Minrebroeders-klooster wordt afgebroken, de rest wordt
1622 Oude-Mannenhuis; het St. Agnieteklooster wordt 1575, met zijn goederen, aan het
H. Geest- en pesthuis ter Groote Kerk aangewezen, etc. etc.
In 1572 kwam ook de Prins, wederom in 1573, gehuisvest in het Augustijnenklooster,
dat voortaan, inplaats van het huis Blijenburg, de verblijfplaats is voor hooge gasten en
de plaats voor officieele feestmalen; het kreeg den naam van: Hof. In 1573 had er de eerste
prov. Synode plaats; dadelijk daarop een Statenvergadering. Wederom kwam er de Prins
in Juni 1575, om er een
gedeelte der feesten bij
zijn huwelijk met Char-
lotte de Bourbon te vie-
ren; de prinses woonde,
als eertijds Alva, in het
huis de Berckepoort. In
Juli herhaalde de Prins
zijn bezoek, voor de Sta-
tenvergadering, waar hij
als hoofd der gewesten ge-
durende den opstand werd
aangenomen. Twee zijner
dochters zijn in de stad
geboren: Louise Juliana
(1576, in de Berckepoort)
en Charlotte Brabantina
(1580, in een verdwenen
particulier huis). De eer-
ste Nationale Synode werd
in 1578 te Dordrecht ge-
houden. Ook lord Leices-
ter bezocht de stad vele
malen, eerst gehuisvest in
de Berckepoort, later ge-
regeld hof houdend in het
Hof. Scheen het of Dordt, de eerst stemmende stad in de Staten, voor de toekomst zou worden
aangewezen als hun vaste vergaderplaats, dit geschiedde niet en geleidelijk keerde Dord-
recht tot het rustig bestaan eener provinciestad terug. Wel bewoonde ook Maurits een paar
keer het Hof, dat ook later aanzienlijke bezoekers zag, het waren echter slechts korte be-
zoeken en de naam van het gebouwencomplex werd te fraai voor zijn karakter; Willem II
en Willem III verkozen als verblijfplaats de herberg De Pauw, gemakkelijk gelegen nabij
de aanlegplaats van het Groot Hoofd. Nog ééns zou Dordt een belangrijke vergadering in
haar muren zien: de Nationale Synode van 1618, die echter niet meer in de groote zaal
van het Hof, maar in de Kloveniersdoelen werd gehouden. De chambre-mi-partie, gemengd
Hek van de Meerdervoortskapel.