MS
BKpP
rp^
90
DORDRECHT’S MONUMENTEN
hechteren staat terug en doet de kleuren, die voor de hervormde witkwast weken, terug-
keeren op de gewelven. De families Stoop en Vriesendorp schonken gebrandschilderde ramen,
de heeren v. Rechteren Limpurg en Deking Dura oude en nieuwe lichtkronen.
De massieve toren der Groote Kerk, door zoovele kunstenaars vereeuwigd, bereikt
slechts een gedeelte der oorspronkelijk ontworpen hoogte, zooals wij op copieën in het
Gemeente-Archief naar een oude teekening, vroeger in
de kerk zelf bewaard, kunnen zien. De bodem- en fun-
deerings-toestand lieten echter dien hoogen bouw niet toe.
Tot 1626, toen de tegenwoordige bekroning werd gemaakt,
getuigden de aanzetten van het achtkantig gedeelte, dat
boven den laatsten omgang
had moeten verrijzen, van
den grootschen opzet. In de
18de eeuw is de geheele toren
met ondergang bedreigd ge-
weest; gelukkig heeft men
hem kunnen redden.
Minder groot, minder
rijk van aankleeding ook,
was de St. Nicolaas- of
Nieuw-kerk, oorspronkelijk
(sinds 1175) parochiekerk
van het ambacht Merwede,
later met een deel van dat
ambacht bij de stad gevoegd.
De brand van de Nieuwkerk
in 1568 richtte vooral in het
interieur groote verwoesting
aan, die in de weinige jaren
voor 1572 niet meer geheel
hersteld kon worden. Toen
de kerk door de hervormden
in gebruik was genomen,
ging het omliggende stads-
De Sleutel, Groenmarkt no. 31. deel als woonwijk voor aan- Voorstraat no. 134, 1603.
zienlijken steeds meer ach-
teruit, waarmede de kerk tevens in aanzien daalde, zoodat de 17de en 18de eeuw niet, als
in de Groote Kerk, er het verdwenen schoon door nieuw sieraad kwamen vergoeden. De
preekstoel is de oude preekstoel van de Groote Kerk, aldaar door den nieuwen van 1756
vervangen. Het losse klokhuis, in 1541 op het kerkhof gebouwd, is in 1834 afgebroken.
De derde kerk wat historisch belang betreft, maar sinds de hervorming de tweede
in aanzien, is de Augustijnenkerk (vroeger kapel van het klooster dier orde), waarvoor de