DOI Artikel:
Staring, Adolph: Dordrecht's monumenten
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0108
96
DORDRECHT’S MONUMENTEN
De stad bezit echter ook belangrijke i7de-eeuwsche gevels, die niet onder een dezer
drie typen zijn onder te brengen, b.v. het huis Voorstraat 201 van 1618, om de eigenaardige
straalsgewijze ordonnantie der zandsteenbanden boven de vensters der eerste verdieping
door den volksmond ,,de Pauw” gedoopt. Rijkversierde tuitgevels uit 2de helft en einde der
eeuw zijn het pakhuis Kuipershaven n van 1658 en de gevels Steegoversloot 75 van 1696
en Kuipershaven 27 van 1700.
Naast trap- en tuitgevels ziet het midden der 17de eeuw ook particuliere huizen
ontstaan van de soort met pilasters over de volle hoogte, die van Campen in zwang bracht.
De belangrijkste voorbeelden zijn: Doelensteyn
(Steegoversloot 42-44 van 1657), De Onbe-
schaamde (Wijnstraat 79 naast Beverenburg), Het
Beverschaep (Engelenburgerkade) en het gebouw
der Dordr. Drukkerij en Uitgevers Mij. aan het
Grootekerksplein.
Aansluitend aan deze deftige woningen der
regenten en rijke kooplieden ontstonden in de 18de
eeuw een aantal dubbele heerenhuizen, met min of
meer rijkversierde middentravee, kroonlijst en
stoephekken (waaronder het huis Voorstraat 140
uitmunt), die de stijlontwikkeling doorloopend
illustreeren. Zij vormen niet de voornaamste bouwkundige attractie der stad, maar
dragen tot het eerwaardig karakter van sommige gedeelten van Wijnstraat, Groenmarkt
en havens bij en zullen, ook wanneer binnen afzienbaren tijd geen enkel hunner meer als
heerenhuis bewoond zal worden en wanneer zij zonder uitzondering van hun inwendigen
tooi zullen zijn ontdaan, blijven getuigen van den vroegeren handelsbloei van Dordrecht.
Dank zij de testamentaire beschikking van Mr. S. van Gijn is althans een hunner van een
passende bestemming verzekerd: het pand aan de Nieuwehaven waar de Vereeniging
Oud-Dordrecht een blijvend onderdak heeft gevonden.
Gevelsteen Verwerscappel, 1669. Thans
^Spuistraat no. 28.
A. STARING.
DORDRECHT’S MONUMENTEN
De stad bezit echter ook belangrijke i7de-eeuwsche gevels, die niet onder een dezer
drie typen zijn onder te brengen, b.v. het huis Voorstraat 201 van 1618, om de eigenaardige
straalsgewijze ordonnantie der zandsteenbanden boven de vensters der eerste verdieping
door den volksmond ,,de Pauw” gedoopt. Rijkversierde tuitgevels uit 2de helft en einde der
eeuw zijn het pakhuis Kuipershaven n van 1658 en de gevels Steegoversloot 75 van 1696
en Kuipershaven 27 van 1700.
Naast trap- en tuitgevels ziet het midden der 17de eeuw ook particuliere huizen
ontstaan van de soort met pilasters over de volle hoogte, die van Campen in zwang bracht.
De belangrijkste voorbeelden zijn: Doelensteyn
(Steegoversloot 42-44 van 1657), De Onbe-
schaamde (Wijnstraat 79 naast Beverenburg), Het
Beverschaep (Engelenburgerkade) en het gebouw
der Dordr. Drukkerij en Uitgevers Mij. aan het
Grootekerksplein.
Aansluitend aan deze deftige woningen der
regenten en rijke kooplieden ontstonden in de 18de
eeuw een aantal dubbele heerenhuizen, met min of
meer rijkversierde middentravee, kroonlijst en
stoephekken (waaronder het huis Voorstraat 140
uitmunt), die de stijlontwikkeling doorloopend
illustreeren. Zij vormen niet de voornaamste bouwkundige attractie der stad, maar
dragen tot het eerwaardig karakter van sommige gedeelten van Wijnstraat, Groenmarkt
en havens bij en zullen, ook wanneer binnen afzienbaren tijd geen enkel hunner meer als
heerenhuis bewoond zal worden en wanneer zij zonder uitzondering van hun inwendigen
tooi zullen zijn ontdaan, blijven getuigen van den vroegeren handelsbloei van Dordrecht.
Dank zij de testamentaire beschikking van Mr. S. van Gijn is althans een hunner van een
passende bestemming verzekerd: het pand aan de Nieuwehaven waar de Vereeniging
Oud-Dordrecht een blijvend onderdak heeft gevonden.
Gevelsteen Verwerscappel, 1669. Thans
^Spuistraat no. 28.
A. STARING.