Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Oudheidkundig jaarboek — 3. Ser. 5.1925

DOI Artikel:
Schretlen, Martinus Joseph Antonius Maria: Het vroege werk van Jacob Cornelis
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.25881#0161

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
HET VROEGE WERK VAN JACOB CORNELIS

149

vinden wij al gauw niet meer; de voorstellingen worden gecompliceerd en overvol, de
schaduwen overdadig. Men zou hier de tegenstelling kunnen maken van realisme en roman-
tiek. Dürer’s overwicht bleef Jacob wel zijn leven verder voelen, maar hij was hier bijtoch
niet gesloten voor anderen, want op het eind der twintiger jaren der 16e eeuw moeten wij
met verbazing en belangstelling vaststellen, dat de grijze kunstenaar den invloed onderging
van den jeugdigen, zeer talentvollen Schorel, een invloed te bespeuren in de „Heks van
Endor” (Rijksmuseum, Amsterdam).

Jacob Cornelis was een kunstenaar met groote gaven, maar blijkbaar met weinig
zelfvertrouwen, hij liet zich snel door anderen overbluffen en van zijn weg afbrengen.

Wanneer wij zijn geheele oeuvre overzien, zijne schilderijen en zijne prenten, dan
moeten wij erkennen, dat hij vóór alles houtsnijder was. Wij moeten in hem zien een uit-
nemend teekenaar, een illustrator bij uitstek, als schilder echter mist hij den voor Hollanders
zoo karakteristieken zin voor kleur. Zijn coloriet is meestal weinig opgewekt, soms zelfs
dor, maar in zijne prenten, waarin vooral de lijn tot uitdrukking komt, vinden wij eene
ongemeene levendigheid en onvermoeide ondernemingsgeest. Indien bij één kunstenaar,
dan voelen wij bij hem het verschil tusschen teekenen en schilderen.

Ongetwijfeld zal men uit het bekend worden van Jacob Cornelis’ houtsneden van
vóór 1500 consequenties kunnen trekken voor zijne nog verborgene vroege schilderwerken;
hierop hoop ik een volgend maal in te gaan. M. J. SCHRETLEN.

Afb. IX. 1 detail; „Marialeven” 1507. — 2 uit: Dürer Marienleben, 1506.
 
Annotationen