iS4
EEN KRINGGREPURNENVELD TE OOSTERWOLDE
Overeenkomstige vondsten, al of niet in eene urn, kan men bij voortgezet onderzoek
van de beide andere aangesneden kringgreppels nog verwachten.
Overigens ligt het voor de hand om te onderstellen, dat de bovengenoemde urnen
op dezelfde wijze zijn bijgezet geweest.
De gevonden situatie is volkomen in overeenstemming met de structuur van de door
ondergeteekende in 1920 en 22 onderzochtekringgrepurnenveldente Vlagtwedde en Wessing-
tange *), blijkbaar echter het meest met het laatste, in zooverre ook daar veelal lijkbrand-
resten zonder urnen, in het centrum van lage kringgreptumuli voorkwamen. Intusschen
wijzen de betrekkelijk talrijke urnen (2 a 4 in één klamp) er op, dat te Oosterwolde urn-
bijzetting niet zoo sterk
terugtreedt als te Wessing-
tange, waar eigenlijk al-
leen maar lijkbrandresten
voorkwamen. In zooverre
schijnt derhalve de be-
graafplaats bij Oosterwol-
de eene intermediaire
plaats ten opzichte van
de vóórlaatst genoemde
eener- en de Vlagtwedder
anderzijds in te nemen.
Ook de gevonden urnen,
min of meer scherp ge-
knikte tot afgerond ge-
schouderde vormen met
dito afgezette, hoogere of
lagere kraagvormige, nim-
mer echter typisch afge-
knot-kegelvormige halzen,
wijzen op eene dergelijke verhouding. Zij zijn overigens uitsluitend van gesausd aarde-
werk. Besmeten kartelrandig, z.g.n. Germaansch aardewerk, zooals dat te Vlagtwedde
naast het gesausde, gaafrandige voorkwam, werd tot nu toe nóch te Wessingtange nóch
te Oosterwolde geconstateerd.
Hoe dit ook zij, het proefonderzoek heeft voldoende aangetoond, dat wij hier bij
Oosterwolde te doen hebben met een kringgreptumuliveld van betrekkelijk laat, zoo al niet
allerlaatst type. Het sluit zich derhalve op grond der even genoemde kenmerken onmiddellijk
bij de bovengenoemde grafplaatsen in Westerwolde aan. Voorts komt het om dezelfde
x) Van Giffen, A. E.: a) Het in April 1818 (lees 1819) ontdekte en in Oct. 1920 terug gevonden
urnenveld met „kringgreptumuli” bij den „Pottenberg” onder Wollinghuizen, gemeente Vlagtwedde,
Bijl. Versl. Gron. Mus., 1920.
b) Een kringgrepurnenveld bij Wessingtange, gemeente Vlagtwedde, Bijl. Versl. Gron.
Mus., 1922.
Plaat II.
EEN KRINGGREPURNENVELD TE OOSTERWOLDE
Overeenkomstige vondsten, al of niet in eene urn, kan men bij voortgezet onderzoek
van de beide andere aangesneden kringgreppels nog verwachten.
Overigens ligt het voor de hand om te onderstellen, dat de bovengenoemde urnen
op dezelfde wijze zijn bijgezet geweest.
De gevonden situatie is volkomen in overeenstemming met de structuur van de door
ondergeteekende in 1920 en 22 onderzochtekringgrepurnenveldente Vlagtwedde en Wessing-
tange *), blijkbaar echter het meest met het laatste, in zooverre ook daar veelal lijkbrand-
resten zonder urnen, in het centrum van lage kringgreptumuli voorkwamen. Intusschen
wijzen de betrekkelijk talrijke urnen (2 a 4 in één klamp) er op, dat te Oosterwolde urn-
bijzetting niet zoo sterk
terugtreedt als te Wessing-
tange, waar eigenlijk al-
leen maar lijkbrandresten
voorkwamen. In zooverre
schijnt derhalve de be-
graafplaats bij Oosterwol-
de eene intermediaire
plaats ten opzichte van
de vóórlaatst genoemde
eener- en de Vlagtwedder
anderzijds in te nemen.
Ook de gevonden urnen,
min of meer scherp ge-
knikte tot afgerond ge-
schouderde vormen met
dito afgezette, hoogere of
lagere kraagvormige, nim-
mer echter typisch afge-
knot-kegelvormige halzen,
wijzen op eene dergelijke verhouding. Zij zijn overigens uitsluitend van gesausd aarde-
werk. Besmeten kartelrandig, z.g.n. Germaansch aardewerk, zooals dat te Vlagtwedde
naast het gesausde, gaafrandige voorkwam, werd tot nu toe nóch te Wessingtange nóch
te Oosterwolde geconstateerd.
Hoe dit ook zij, het proefonderzoek heeft voldoende aangetoond, dat wij hier bij
Oosterwolde te doen hebben met een kringgreptumuliveld van betrekkelijk laat, zoo al niet
allerlaatst type. Het sluit zich derhalve op grond der even genoemde kenmerken onmiddellijk
bij de bovengenoemde grafplaatsen in Westerwolde aan. Voorts komt het om dezelfde
x) Van Giffen, A. E.: a) Het in April 1818 (lees 1819) ontdekte en in Oct. 1920 terug gevonden
urnenveld met „kringgreptumuli” bij den „Pottenberg” onder Wollinghuizen, gemeente Vlagtwedde,
Bijl. Versl. Gron. Mus., 1920.
b) Een kringgrepurnenveld bij Wessingtange, gemeente Vlagtwedde, Bijl. Versl. Gron.
Mus., 1922.
Plaat II.