Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Hoet, Gerard [Editor]; Picart, Bernard [Editor]; Houbraken, Arnold [Editor]
Taferelen Der Voornaamste Geschiedenissen Van Het Oude En Nieuwe Testament, En Andere Boeken, Bij De Heilige Schrift Gevoegt: Door De Vermaarde Kunstenaars Hoet, Houbraken en Picart Getekent, En Van De Beste Meesters In Koper Gesneden, En Met Beschrijvingen Uitgebreid (Band 2) — Den Haag, 1728

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.15342#0141
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
iy6 HEILIGE TAFEREELEN.
Man Gods weerom, en at en dronk. En als zij aan de tasel zaten, gefchied-
de het woord des Heeren tot den propheet , die hem hadde doen weder-
keren: en hij riep tot den Man Gods uit Juda, alzo zegt de Heer; omdat
gij den mond des Heeren weder[pannig zyt geweejl, en het gebod, dat de Heer
uw God u had geboden , niet hebt gehouden , en zyt we der ge keert, en
brood hebt gegeten, en water gedronken, ter plaatse daar het u was verbo-
den , zal uw dood lighaam in het gras van uwe vaderen niet komen. Na den
maaltijd zadelde hij den ezel voor den propheet, dien hij hadde doen we-
derkeeren. Hij trok voort, en een leeuw vond hem op den weg, en
doodde hem 5 en zijn dood lighaam lag op den weg geworpen,en de ezel
stond nefFens hem, en de leeuw bij het lijk. Dat was het einde van
den Man Gods, zoo hoog tot een heraut van den koning der koningen ver-
heven, en zo laag door zijne ongehoorzaamheid gevallen, en fchielijkge-
strast. Deze geschiedenis hangt gelijk een keten van wonderwerken aan
één. Als de voorzegging der geboorte van koning Josia, toen in de rij van
ruim drie agter-eeuwen nog opgerolt: het verftijven der hand van den
verftokten Jerobeam, een voortéken van de zekere vervulling der voor-
spelling: en dat het hoogfte woord daar was; doet mijne propheten geen
quaad, want die hen aanraakt, raakt het zwart des oog-appels van den
Alzienden aan : het wonderwerk van het outer splijten, en het afch-af-
ftorten, op de voorzegging zo gezwind volgende, gelijk de vlam den
rook. Deherftelling vanjerobeams hand, niet om zijne bekeering (want
die was ver te zoeken) maar tot een blijk van Gods kragt. En daarna; dé
waaragtige voorfpelling, dat de Man Gods, buiten 's lands, zijn vaderlijke
srafftede zoude derven. En dan; dat de leeuw hem doodde, maar niet ver-
lcheurde; en dat de leeuw op den ezel niet aanviel 5 en de ezel voor
den leeuw niet vlugtte; en zij beide het lijk bewaarden; en de ezel ge-
fpaart fcheen , om den doden weg te voeren. Helaas! de Man Gods
was door de naaping van het woord des Heeren van den ouden propheet,
te ftout op zijn ingewijden dienft, uit zwakheid verleid. Hij moeft den
geeft, of die uit God was, hebben beproeft, en zijne openbaringe gelooft:
want al zcide een engel uit den hemel iet anders , als God zegt, die zij
vervloekt. Maar wat voor doornen van wédom moeten den ouden pro-
pheet in de ziel hebben gefteken, toen hij door het woord des Heeren,
den Man Gods, dien hij meteen leugen had bedrogen, het vonnis des
Heeren verkondigde! Waarlijk, dit alles is een fpiegel voor alle dienftkneg-
ten des Heeren, om de oordelen van denRegterder gantfche aarde te vree-
zen , en in het voorbeeld van den ongehoorzamen Man Gods niet te vallen.


HET
 
Annotationen