Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Hoet, Gerard [Editor]; Picart, Bernard [Editor]; Houbraken, Arnold [Editor]
Taferelen Der Voornaamste Geschiedenissen Van Het Oude En Nieuwe Testament, En Andere Boeken, Bij De Heilige Schrift Gevoegt: Door De Vermaarde Kunstenaars Hoet, Houbraken en Picart Getekent, En Van De Beste Meesters In Koper Gesneden, En Met Beschrijvingen Uitgebreid (Band 3) — Den Haaf, 1728

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.15343#0161
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
*<* HEILIGE TAF ERE EL EN.
'entend hem in een wit blinkend kleed, als een bespotlyken dingernaarde
Kroon , weder naar Pilatus. Hier wórden de beschuldigingen driftiger dan te
vooren, hervat. Hier vorderen Fariseen en Schriftgeleerden weder recht te-
gen den rechtvaerdigen j en hoe de Landvoogd y veriger poogt J. C. vry te la-
ten, hoe die snoode vyanden sterker aandringen om hem te kruisigen. Hy be-
roept zich op Herodes, diejesus niet veroordeelt, maar weder gezonden had.
Hy vertoont met wat omzichtige nauwkeurigheid hy alles had onderzocht,
maar geehe misdaad gevonden. Hy wend eene gewoonte voor van op 't
Paaschfeest eenen gevangen los te laten > en geeft het volk keur, of het J.C. of
Barabbas) eenen bekenden struikro ver en me order, die over zyneschend-
daadën gevangen zat,op vrye voeten wil gestelt hebben. Maar alles is vergeefs.
De menigte door den bloedraad aangehiril , eischt het bloed van Jesus ;
roepende met oproerige harten en {temmen: kruift hem, kruift hem! Pilatus
blylt by zyn voorgaande belydenis, dat hy geen fehuld in I. C. vond 3 en daagt
hen uit, dat zy zullen zeggen wat kwaat hy gedaan hebbe. Maar zy roepen te
driftiger; kruift hem, kruift hem ! indien hygeen kwaaddoener, geen oproerma-
ker , gefen Majesteitschender ware, Wy gouden hem u niet overgelegen hebben.
Pilatus zoekt weder zich van dien onschüldigen te ontdaan \ en zegt: neemtgy
hem, en oordeelt hem naar uwe wet. Ik vinde niet, dat hy tegen de Roomsche
wetten misdaan hebbe.De Iooden antwoorden: het is ons metgeoorlost iemant,
die Majesteitfenennis begaan, en oproer verwekt heeft, te dooden. Pilatus gaat
weder binnen het Richthuis, en vraagt I. C. nogmaals: zsyt gy de Koning der
jooden, geeft gy u voor Koning uit? Op die vraag toont hem Iesus, datzyn Ko-
ninkryk niet van de Weereld, maar Hemelfch is, en in waarheid en Godza-
ligheid bestaat. Pilatus begreep dit niet, maar zach echter daar uit dat het een
gantseh ander Ryk als dat van den Keizer of anderen Koning was, waarom hy
weder tot het volk uitgaat, met dezelve bekentenis als vooren, zeggende we-
der : ik vindege enefchuldin hem. Maar wat kan onschuld baten by godvergeten
mensehen ? zy blyven by hunne taal, en roepen: kruift hem! kruift hem! hoe
wispelturig is het gemeen! onlangs was 't Hosanna! Hosanna! nu, kruift hem\
kruist hem ! weg met deez.cn; indien gy hem los laat, zy t gy '$ Keilers vriend niet.
Dit was een doodsteekin 't hart van den Landvoogd, die alles zoud hebben
gedaan, om 's Keizers gunst te behouden. Hy schroomt voor oproer, dat hy
te Rome zoud hebben moeten verantwoorden, hy zwicht, kreukt zyn ey-
gen geweten, verkracht de gerechtigheid, en bessuit der godloozenJooden
wil te doen. Doch om zynen onwil hier in te betuigen, neemt hy water, en
wascht zyne handen voor al het volk, volgens de gewoonte der Jooden, die in
verborgene doodslagen hunne handen wafchten om zich daar aan on-
schuldig te verklaren. Hy voegt'er deeze woorden by: ik ben onfchuldig van
het bloed dee^s rechtvaerdtgen. Maar de dolle meenigte schreuwt dies te
oproeriger : zyn bloed zy op ons^en over on£e kinderen. Konde's Heilands
onschuld klaarder doordraaien! konde hy krachtiger vrygesprooken worden,
dan door den mond van zynen RichterPMaar hoe zoude hy anders onze voor-
spraak zyn by God? hoe zoude hy ons vrypleiten voor de Vierfchaar waar
yoor alle mensehen verschynen moeten ?
 
Annotationen