Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Tooneel der uitmuntende schilders van Europa, en byzonderlyk van Nederland: zedert de vinding' der olieverw' tot Ao. MDCCL ; bevattende de merkwaardigste Byzonderheeden hunnes Leevensloops, en de Aanwyzinge hunner beste Werken ... ; Verrykt met hunne Afbeeldzels in fraaije Kunstplaaten ; Uit het Fransch vertaald, verbéterd en grootelyks vermeêrderd (Band 1) — S'Gravenhage, 1752

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.22216#0030
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
xxvj VOORREDEN.
In deeze onze korte Leevensbefchryvin-
gen, zullen wy niets anders onderscheiden
dan drie Hoofdschoolen : die van Italië', van
Nederland , en van Vrankryk, Alles held
over naar deeze drié, zo ten Aanzien van
JSmaak als van Manieren (i).
De
Anderzints, algemeenlyk gesproken, als men byzon-
derlyk op die Wyze de Waarheid, 't leerzaame der
Historie ( waarvan de Sehryver zo nadruklyk spreekt)
uit de Schilderyen, uit de Beeldhouwerye, uit de Me-
dailjes, en uit de Poeëten zoude willen haaien, dan
zouden de Feiten zeer gebrekkig zyn, byzonder die
van de Italiaanen en Franssen opgegeeven woeden:daar
ïvy doorgaans moeite hebben om zelve in de staatig-
Ite Schriften, van Dingen die onder .onze Oogen ge-
beurd zyn , de Waarheid te vinden. Rafaü zelfs, en
le Bnm, hebben zy deeze ten Oogmerk gehad, meêi- dan
de Zinnen te betoveren, en de Dingen voortedoen zo-
danig als zy geerne hadden dat die gebeurd waren ? In
de Ni-boorssing' van 't Moderne Leeven, in een Stukje
van MieHs, jan Steen, of Ostade, enz., zelve in de
Bloemen van van Huijum, is dan de Waarheid der His-
torie meêr te vinden, 'i Is wat anders, de Volmaakt-
heid van-'t Antiek voor het Mensselyke-Beeld, en de
Oudheidskunde,in haarlieder eigenlykeBepaalinge aan-
tepryzen.
(1) Geeft dit niet te kennen, dat deFransfe School,
die jonge Bloessem , jegenwoordig tot een Hoofd-
school' verheven zoude zyn, in gelyken Graad met de
italiaanse en de Nederland] e, en waardig om den Smaak
der Volkeren naar zig te doen overhellen ? Welke on-
derneeming van onzen Schryver ! dogh geenerwyze
oneigen aan de Vrypostigheid en Inbeeldinge zyn es
Land-aarts, wien zékerlykgeen Vernuft nog Bequaam-
heid ontbreekt, en zelve in den hoogden Graad de
Kunst bezie om zulke Volken door Beuzelingen en Fleu-
retjes
 
Annotationen