Tooneel der uitmuntende schilders van Europa, en byzonderlyk van Nederland: zedert de vinding' der olieverw' tot Ao. MDCCL ; bevattende de merkwaardigste Byzonderheeden hunnes Leevensloops, en de Aanwyzinge hunner beste Werken ... ; Verrykt met hunne Afbeeldzels in fraaije Kunstplaaten ; Uit het Fransch vertaald, verbéterd en grootelyks vermeêrderd (Band 1) (S'Gravenhage, 1752)

VERHANDELING, lxvij
en lustig zyn. Wie kan aan den Geest be-
twisten , de voornaamste Stigter van alle
ichoone Werken te wezen ?
H e t Koloriet, is ?t Geslacht-onderschei-
dend Woord : 't is het Gedeelte der Scliil-
derkunst t -geen de Kleuren der natuurly-
ke Voorwerpen doet nabootssen, en aan de
Kunstwerkelyken de Kleure geeft i welke
daaraan betaamen. Om dus te ïpreeken, is
't de Weetenschap van alle de Kleuren.
De Kleur, is dat geene 'ê welk de Voor-
werpen vatbaar voor 't Gezigt maakt. Daar
zyn'er twé, de Natuurlyke en de Kunst*
werkelyke.
De Natuurlyke Kleur, is de geene welke
de Voorwerpen der Natuure aan ons zigt-
baar doet zyn.
D e Kunstwerkelyke Kleur 5 is een Stóf-
fe waarvan de Schilder zig bediend , om-
die eige Voorwerpen natebootssen en de Na-
tuure te verbeelden, waarvan men de Lich-
ten en de Schaduuwen wat veriterken moet:
om den Luister te verhelpen , dien de Ver-
wen verliezen wanneer men ze gebézigd
heeft, en aan den Asstand van \ Schildery,
geschilderd op een1 Oppervlakte, te gemoet
te koomen, Dit noemd men, in Gevalle
van Schilderkunst, Vergrooting.
Het Koloriet en \ Licht- en Bruin, izyri
fcwé Zaaken, 't Koloriet is tTamengesteld
2 uit

|