Van den Branden, Frans Jozef Peter: Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool (Antwerpen, 1883)

Antjperpens verheffing

3g

eed, die hem ditmaal toch maar was afgedwongen. Om zich
te wreken over den geleden smaad en schrik, en om Brugge
nu ineens den genadeslag toe te brengen, schreef hij, den
3on Juni van dit zelfde jaar, aan de nog aldaar gevestigde
vreemde kooplieden, om naar Antwerpen te komen, waar hij
hun al de mogelijke rechten en vrijdommen bood.

Dat was de doodslag van Brugge en de verheffing van
Antwerpen tot eerste koopstad van Europa.

Door de nieuwe toeneming van stoffelijke welvaart ont-
stond ook al weder vermeerdering van geestesbeschaving. De
Scheldestad werd nu het brandpunt van alle kunsten en
wetenschappen ; want uit alle oorden stroomden er geleer-
den en kunstoefenaars te zamen. Het getal leden der Sint
Lucasgilde klom ook voortdurend aanmerkelijk. Telde zij
in 1453 slechts vijf en dertig gezellen, sedert dien, tot 1490,
aanvaardde zij reeds tweehonderd en twaalf vrijmeesters,
waartusschen wij zelfs eene verlichtster aantreffen, met name
Margaretha van Mere.

Uit die gansche reeks van kunstbeoefenaars moest er dan
toch wel eindelijk éen vooruittreden, om zijne gewrochten aan
de bewondering van het nageslacht over te leveren.