DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0145
Verval der Sint Lucas gilde
i33
Hij liet zijne gade niet veel meer dan zijnen roem
na ; maar toch schijnt zij ook een deel van zijnen trots te
hebben overgeërfd. Immers, als zij, op i3 April 1541, in de
Reynderstraat, twee « looven » of kleine huisjes kocht, deed
zij zich, gansch tegen het toenmalig gebruik, in den Schepen-
brief aanschrijven, als « Joncvrouwe Katlijne van Mispel-
teeren, wedewe wijlen Joos van Cleve, des schilders. » 1 Een
dezer huisjes moet door van Cleve 's kroost zelf zijn betrok-
ken geweest, daar « het Exterken, » dat onzen schilder tot
woon- en werkhuis diende, op 4 Februari 1542 werd verkocht
door zijne weduwe en de voogden zijner kinderen. 2
Onze Sint Lucasgilde kon ook wel het verval der kunst
in haren schoot zeiven waarnemen. Het getal harer leden
groeide niet meer aan in evenredigheid der vorige jaren,
Nochtans wilde het bestuur der Gilde die vermindering van
aanzien achter den uitwendigen praal harer Schilders-Kamer
verbergen. Ten jare i53o huurden de Dekens een nieuw
lokaal op de Meir, in « den Boom, » en daar stelden zij zes
geschilderde glasramen. De kamer werd nog trotscher opge-
smukt dan voorheen. Er werd gespeeld, gebrast en gejoeld,
alsof men de pijnlijke klachten der heerschende ellende onder
dit feestgedruisch wilde smoren. Maar niet lang toch kon
het duren, of de naakte waarheid moest van onder het klater-
goud te voorschijn komen.
Zoodra Thomas Thomaes en Marten de Keyser in i534
waren tot Dekens gekozen, legden zij, in een vertoog aan het
Magistraat, den waren toestand der kunstenaarsvereniging
bloot. Zij verklaarden onbewimpeld, dat het in de Gilde
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 154i, sub Wesenbeke § Grapheus, vol,
III, fol. 208.
% Scabinale protocollen der stad Antwerpen, i54i, sub Rijt § Halle, vol. 1, fol. i05^
i33
Hij liet zijne gade niet veel meer dan zijnen roem
na ; maar toch schijnt zij ook een deel van zijnen trots te
hebben overgeërfd. Immers, als zij, op i3 April 1541, in de
Reynderstraat, twee « looven » of kleine huisjes kocht, deed
zij zich, gansch tegen het toenmalig gebruik, in den Schepen-
brief aanschrijven, als « Joncvrouwe Katlijne van Mispel-
teeren, wedewe wijlen Joos van Cleve, des schilders. » 1 Een
dezer huisjes moet door van Cleve 's kroost zelf zijn betrok-
ken geweest, daar « het Exterken, » dat onzen schilder tot
woon- en werkhuis diende, op 4 Februari 1542 werd verkocht
door zijne weduwe en de voogden zijner kinderen. 2
Onze Sint Lucasgilde kon ook wel het verval der kunst
in haren schoot zeiven waarnemen. Het getal harer leden
groeide niet meer aan in evenredigheid der vorige jaren,
Nochtans wilde het bestuur der Gilde die vermindering van
aanzien achter den uitwendigen praal harer Schilders-Kamer
verbergen. Ten jare i53o huurden de Dekens een nieuw
lokaal op de Meir, in « den Boom, » en daar stelden zij zes
geschilderde glasramen. De kamer werd nog trotscher opge-
smukt dan voorheen. Er werd gespeeld, gebrast en gejoeld,
alsof men de pijnlijke klachten der heerschende ellende onder
dit feestgedruisch wilde smoren. Maar niet lang toch kon
het duren, of de naakte waarheid moest van onder het klater-
goud te voorschijn komen.
Zoodra Thomas Thomaes en Marten de Keyser in i534
waren tot Dekens gekozen, legden zij, in een vertoog aan het
Magistraat, den waren toestand der kunstenaarsvereniging
bloot. Zij verklaarden onbewimpeld, dat het in de Gilde
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 154i, sub Wesenbeke § Grapheus, vol,
III, fol. 208.
% Scabinale protocollen der stad Antwerpen, i54i, sub Rijt § Halle, vol. 1, fol. i05^