178
Flor is verdiensten en gebreken
Garen Boudewijns zijnen wettigen wive. » Eer men dit ont-
werp goedkeurde, werd nochtans die bijgevoegde zin weer
doorgehaald, en het is opmerkenswaardig dat Frans Floris
later nog altoos koopt en verkoopt, zonder dat zijne vrouw
daarin vermeld of betrokken is, wat strijdig was met
het toenmalig gebruik. Daaruit zou men allicht kunnen
opmaken, dat Meester Floris geen groot vertrouwen had
in de zuinigheid zijner huishoudster en haar, voorzichtig-
heidshalve, bij middel eener huwelijksvoorwaarde, uit de
gemeenschap van goederen had gesloten ; ofwel, dat zij
zelve die gemeenschap niet zocht, om toch ten minste hare
erfgoederen te redden, indien haar echtgenoot al te ver-
kwistend leven mocht. Wat er van zij, de echtelingen Floris
leefden op buitengewoon breeden voet, aangezien zij de
doorluchtigste gasten ontvingen, die niet enkel in het werk-
huis van onzen Meester, maar ook aan zijne tafel genoe-
gen vonden.
De zoo gevierde Frans Floris moet een belezen man zijn
geweest. Zooniet, had hij in Italië ontzaglijk veel gezien, en
was zijn dienstvaardig geheugen hem verbazend trouw ge-
bleven. Hij verstomde zijne stadgenooten, wien de godenleer,
de fabelkunde en het zinnebeeld nog niet volkomen bekend
waren. Zijne verbeelding scheen onuitputtelijk. Al wat hij in
den geest zien of droomen kon, werd verwezentlijkt door zijn
vermetel penseel. Die rijkheid van verbeelding, dit gemak
van vinden en samenstellen, leidde hem ongelukkiglijk van
het goede spoor, ja, verwijderde hem het verst van ons oor-
spronkelijk kunstkarakter. Floris was de eerste der Antwerp-
sche schilders, die voor goed, ja, heel en al afbrak met de
overleveringen onzer oude School. Al wat onze Vlaamsche
Flor is verdiensten en gebreken
Garen Boudewijns zijnen wettigen wive. » Eer men dit ont-
werp goedkeurde, werd nochtans die bijgevoegde zin weer
doorgehaald, en het is opmerkenswaardig dat Frans Floris
later nog altoos koopt en verkoopt, zonder dat zijne vrouw
daarin vermeld of betrokken is, wat strijdig was met
het toenmalig gebruik. Daaruit zou men allicht kunnen
opmaken, dat Meester Floris geen groot vertrouwen had
in de zuinigheid zijner huishoudster en haar, voorzichtig-
heidshalve, bij middel eener huwelijksvoorwaarde, uit de
gemeenschap van goederen had gesloten ; ofwel, dat zij
zelve die gemeenschap niet zocht, om toch ten minste hare
erfgoederen te redden, indien haar echtgenoot al te ver-
kwistend leven mocht. Wat er van zij, de echtelingen Floris
leefden op buitengewoon breeden voet, aangezien zij de
doorluchtigste gasten ontvingen, die niet enkel in het werk-
huis van onzen Meester, maar ook aan zijne tafel genoe-
gen vonden.
De zoo gevierde Frans Floris moet een belezen man zijn
geweest. Zooniet, had hij in Italië ontzaglijk veel gezien, en
was zijn dienstvaardig geheugen hem verbazend trouw ge-
bleven. Hij verstomde zijne stadgenooten, wien de godenleer,
de fabelkunde en het zinnebeeld nog niet volkomen bekend
waren. Zijne verbeelding scheen onuitputtelijk. Al wat hij in
den geest zien of droomen kon, werd verwezentlijkt door zijn
vermetel penseel. Die rijkheid van verbeelding, dit gemak
van vinden en samenstellen, leidde hem ongelukkiglijk van
het goede spoor, ja, verwijderde hem het verst van ons oor-
spronkelijk kunstkarakter. Floris was de eerste der Antwerp-
sche schilders, die voor goed, ja, heel en al afbrak met de
overleveringen onzer oude School. Al wat onze Vlaamsche