Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0301

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Matthijs Cock

289

Gelijktijdig met Jan van Amstel, leefde in onze stad Mat-
thijs Cock, die ook « een uytnemende Meester is geweest in
Landtschappen.» Echter behoorde hij niet tot de goede School
van den voorgaanden Meester.«Hy was oock d'eerste die de
Landtschappen op een beter manier begon te maken, met meer
veranderingen, op de nieuw Italiaensche oft Antijcksche wijse,
en was wonder versierigh en vondigh in 't ordineren oft byeen
voegen. » Dit « op de nieuw Italiaensche wijse » beteekent
hier eene gedeeltelijke afwijking of denkbeeldige verfraaiing
onzer Vlaamsche natuur, welke nog lang nadien in onze land-
schapschildering zou worden opgemerkt.

Er schijnt nu geen enkel landschap van onzen kunstenaar
meer te bestaan; maar toch is er van hem nog een gewrocht
van anderen aard bewaard gebleven. Dit zeldzaam stuk prijkt
in het Belvedère te Weenen. Het is op eene koperen plaat ge-
schilderd en wordt betiteld : de Toren van Babel. Op
den toren krioelt het van kleine figuurtjes, en beneden op den
voorgrond ziet men den Koning met gevolg, welke de bouwers
aanwakkert.

Matthijs Cock was de zoon van Jan Wellens, alias
Cock 1 en Clara van Beeringen. Het was die zelfde Jan Cock,
welke in 1516 Wouter Key tot leerling ontving. Ten jare 1D20
bekleedde hij ook het dekenschap onzer Sint Lucasgilde, een
bewijs dat hij »en niet onverdienstelijk schilder moet zijn
geweest. Hij ventte zijne schilderijen op een kraam van den
Onze-Lieve-Vrouwenpand en bewoonde in de Korte Door-
nikstraat het huis « Sint Joris » (nummer 16), dat hij op

1 De naam dezer familie wordt in de oude bescheiden ook dikwijls de Cock en Cocx
geschreven.

19
 
Annotationen