DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0354
Frans Francken I
tre du Roy » en hij behield dien tot zijn overlijden, op i Mei
1610. Of hij die onderscheiding werkelijk verdiende, is thans
nog moeielijk na te gaan. Van Mander zegt wel, dat hij was
« een seer goet Meester, die veel fraey wercken en goede con-
terfeytsels nae 't leven ghedaen heeft; » doch van al die
gewrochten zijn er nu nog slechts weinige met zekerheid aan
te wijzen. Zijne portretten, met welke hij zich het meest be-
faamd maakte, zijn allen vergaan, of staan op naam van andere
meesters. Zijn vermaardste geschiedkundig gewrocht, eene
Aanbidding der Herders, die hij, in 1585, op last van
den voorzitter van het Parlement, schilderde voor den hoogen
altaar der Cordeliers van Parijs, verongelukte in de omwen-
teling van 1789. Thans bevindt zich van hem in het museum
van Dresden nog eene Onthoofding van Joannes den
Dooper, geteekend : HF, 1 1600. Het museum van Amster-
dam toont ook, als door hem gemaald, den Troonafstand
van Keizer Karei, en in het museum van Rijsel prijkt op
naam van Frans Francken een tafereel : Keizer Karei in
het Klooster tredende, dat men insgelijks denkt aan
Jeroom Francken te mogen toeschrijven.
Zijn broeder Frans Francken bleef, van als hij ter studie
ging tot zijn afsterven, binnen Antwerpen gevestigd. Volgens
zijn eigen verklaren, werd deze geboren in 1542, en wel na
den Zomer van dit jaar. 2 Frans Francken zegde ons tevens,
dat hij in 1565 nog bij Meester Floris woonde en in de leer
1 Alle drie de gebroeders Francken teekenden hunne taiereelen met de twee aaneen-
gevoegde beginletters hunner namen. Jeroom (Hieronyrnusj Francken : HF ; Frans
Francken : FF; Ambrosius Francken ; AF. Die zelfde merken stelden zij ook naast of
onder hunne handteekening op notarieele akten.
- In ambtelijke bescheiden, die wij voor ons hebben liggen, verklaart Frans Francken
oud te zijn, op 7 Januari 1576 drie en dertig, op 8 Juni 1596 vier en vijftig en op 10 Sep-
tember 1602 zestig jaren.
tre du Roy » en hij behield dien tot zijn overlijden, op i Mei
1610. Of hij die onderscheiding werkelijk verdiende, is thans
nog moeielijk na te gaan. Van Mander zegt wel, dat hij was
« een seer goet Meester, die veel fraey wercken en goede con-
terfeytsels nae 't leven ghedaen heeft; » doch van al die
gewrochten zijn er nu nog slechts weinige met zekerheid aan
te wijzen. Zijne portretten, met welke hij zich het meest be-
faamd maakte, zijn allen vergaan, of staan op naam van andere
meesters. Zijn vermaardste geschiedkundig gewrocht, eene
Aanbidding der Herders, die hij, in 1585, op last van
den voorzitter van het Parlement, schilderde voor den hoogen
altaar der Cordeliers van Parijs, verongelukte in de omwen-
teling van 1789. Thans bevindt zich van hem in het museum
van Dresden nog eene Onthoofding van Joannes den
Dooper, geteekend : HF, 1 1600. Het museum van Amster-
dam toont ook, als door hem gemaald, den Troonafstand
van Keizer Karei, en in het museum van Rijsel prijkt op
naam van Frans Francken een tafereel : Keizer Karei in
het Klooster tredende, dat men insgelijks denkt aan
Jeroom Francken te mogen toeschrijven.
Zijn broeder Frans Francken bleef, van als hij ter studie
ging tot zijn afsterven, binnen Antwerpen gevestigd. Volgens
zijn eigen verklaren, werd deze geboren in 1542, en wel na
den Zomer van dit jaar. 2 Frans Francken zegde ons tevens,
dat hij in 1565 nog bij Meester Floris woonde en in de leer
1 Alle drie de gebroeders Francken teekenden hunne taiereelen met de twee aaneen-
gevoegde beginletters hunner namen. Jeroom (Hieronyrnusj Francken : HF ; Frans
Francken : FF; Ambrosius Francken ; AF. Die zelfde merken stelden zij ook naast of
onder hunne handteekening op notarieele akten.
- In ambtelijke bescheiden, die wij voor ons hebben liggen, verklaart Frans Francken
oud te zijn, op 7 Januari 1576 drie en dertig, op 8 Juni 1596 vier en vijftig en op 10 Sep-
tember 1602 zestig jaren.