DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0476
464 Tafereelen van Hendrik van Balen I
schaal te schilderen. Zijne talrijke stoffages der landschappen
van Joos de Momper, van de Breughels en anderen, hebben
ons dit ook reeds bekend gemaakt. Ongelukkiglijk kunnen wij
in ons museum geene der puikgewrochtjes van Hendrik van
Balen aantoonen. Er zijn daar slechts een Engelencon-
cert en eene Sint Janspredicatie, van ruimere afmeting.
In de buitenlandsche m u se u m s bestaan er nog tal van aller-
fraaiste en kleurige paneeltjes van onzen schilder. Het museum
van Dresden alleen bevat er zeven: Het Feest van Bacchus
en Ariadne, het Feest van Peleus en Thetis, Nym-
phen en Kinderen onder vruchtboomen, een Olym-
pisch Godenmaal, Acteon en Diana met hare Nym-
phen in het Bad, de Vier Elementen en Engelen met
het Kindeken Jezus. Zooals men ziet, ontleende van Balen
zijne meeste onderwerpen aan de goden- en fabelleer. Hij be-
handelde bijvoorkeur het naakte. In het malen der vleezen
zondigde hij eventwel nog al eens tegen de waarheid, met te
vaste penseeling en te bleeke, ondoorschijnende tonen. De vlie-
gende engeltjes, die hij in zijne godsdienstige stukjes maalde,
wist hij zoo fraai en keurig te teekenen, dat hij daarom
is vermaard gebleven. Van Balen was ook een behendig
portretschilder. Zijn eigen afbeeldsel en dat zijner gade,
welke in onze Sint Jacobskerk prijken, zijn echte meesterwer-
ken van natuurlijke en karaktervolle voorstelling, uitmun-
tende door schoonheid van teekening en dichterlijke, zachte
kleuring. Ook onderscheidde zich onze kunstenaar als glas-
schilder. Voor den gevel der kerk van de AntWerpsche An-
nunciaden vervaardigde hij eene groote glasraam, welke
de stedelijke Regeering, ten jare 1622, 600 gulden betaalde. 1
1 Rekening der stad Antwerpen, i622.
schaal te schilderen. Zijne talrijke stoffages der landschappen
van Joos de Momper, van de Breughels en anderen, hebben
ons dit ook reeds bekend gemaakt. Ongelukkiglijk kunnen wij
in ons museum geene der puikgewrochtjes van Hendrik van
Balen aantoonen. Er zijn daar slechts een Engelencon-
cert en eene Sint Janspredicatie, van ruimere afmeting.
In de buitenlandsche m u se u m s bestaan er nog tal van aller-
fraaiste en kleurige paneeltjes van onzen schilder. Het museum
van Dresden alleen bevat er zeven: Het Feest van Bacchus
en Ariadne, het Feest van Peleus en Thetis, Nym-
phen en Kinderen onder vruchtboomen, een Olym-
pisch Godenmaal, Acteon en Diana met hare Nym-
phen in het Bad, de Vier Elementen en Engelen met
het Kindeken Jezus. Zooals men ziet, ontleende van Balen
zijne meeste onderwerpen aan de goden- en fabelleer. Hij be-
handelde bijvoorkeur het naakte. In het malen der vleezen
zondigde hij eventwel nog al eens tegen de waarheid, met te
vaste penseeling en te bleeke, ondoorschijnende tonen. De vlie-
gende engeltjes, die hij in zijne godsdienstige stukjes maalde,
wist hij zoo fraai en keurig te teekenen, dat hij daarom
is vermaard gebleven. Van Balen was ook een behendig
portretschilder. Zijn eigen afbeeldsel en dat zijner gade,
welke in onze Sint Jacobskerk prijken, zijn echte meesterwer-
ken van natuurlijke en karaktervolle voorstelling, uitmun-
tende door schoonheid van teekening en dichterlijke, zachte
kleuring. Ook onderscheidde zich onze kunstenaar als glas-
schilder. Voor den gevel der kerk van de AntWerpsche An-
nunciaden vervaardigde hij eene groote glasraam, welke
de stedelijke Regeering, ten jare 1622, 600 gulden betaalde. 1
1 Rekening der stad Antwerpen, i622.