DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0478
466 Van Balais kunstschatten
betrok hij, in dezelfde straat, eene nog grootere woning met
galerij, thans geteekend nummer 78. 1 Dit nieuw verblijf
maakte hij tot eenen waren kunsttempel. In de galerij stelde
hij eene gansche reeks beelden en schilderijen te pronk, waar-
tusschen Landschappen van Joos de Momper, Peter Breu-
ghel en Peter Snayers, benevens een paneeltje van Rubens,
verbeeldende Onze-Lieve-Vrouw, Sint Joseph en Sint
Anthonius, een Christus aan.het Kruis van Hendrik
van Balen en het Portret van den Schilder Mar ten
Rijckaert. Verder vormde hij verzamelingen van teeke-
ningen, gravuren, medaliën en schelpen, terwijl hij ook eene
bibliotheek met kostbare boeken, in verschillige talen, tot zijn
gebruik had. Zijne groote benedenkamer aan den hof was be-
hangen in gouden leer met groenen grond. De meubelen, welke
zich daar bevonden, waren in eik en gebeeldhouwd.Tegen de
wanden hingen van Balens lievelingsgewrochten, als de
Öntschaking van Proserpina, de Kindermoord van
Herodes, een Mariabeeld in eenen Rozenkrans,
Bacchus en Ceres, benevens des kunstenaars afbeeldsel
en dat zijner gade, tegenover de portretten hunner vaders,
Willem van Balen en Kasper Briers. Behalve de hier ver-
melde portretten van Hendrik van Balen en zijne vrouw,
bezat hij er nog een paar anderê, insgelijks door hem ge-
schilderd, en op een groot paneel had hij al zijne kinderen
te zamen afgebeeld. Deze kinderen waren nog minderjarig,
toen hun vader op 17 Juli i632 overleed. Hij werd met veel
eerbewijzen in Sint Jacobskerk begraven, en zijne weduwe
richtte hem daar, tegen den eersten pilaar rechts van den
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1622, vol. III, fol. Hl'.
betrok hij, in dezelfde straat, eene nog grootere woning met
galerij, thans geteekend nummer 78. 1 Dit nieuw verblijf
maakte hij tot eenen waren kunsttempel. In de galerij stelde
hij eene gansche reeks beelden en schilderijen te pronk, waar-
tusschen Landschappen van Joos de Momper, Peter Breu-
ghel en Peter Snayers, benevens een paneeltje van Rubens,
verbeeldende Onze-Lieve-Vrouw, Sint Joseph en Sint
Anthonius, een Christus aan.het Kruis van Hendrik
van Balen en het Portret van den Schilder Mar ten
Rijckaert. Verder vormde hij verzamelingen van teeke-
ningen, gravuren, medaliën en schelpen, terwijl hij ook eene
bibliotheek met kostbare boeken, in verschillige talen, tot zijn
gebruik had. Zijne groote benedenkamer aan den hof was be-
hangen in gouden leer met groenen grond. De meubelen, welke
zich daar bevonden, waren in eik en gebeeldhouwd.Tegen de
wanden hingen van Balens lievelingsgewrochten, als de
Öntschaking van Proserpina, de Kindermoord van
Herodes, een Mariabeeld in eenen Rozenkrans,
Bacchus en Ceres, benevens des kunstenaars afbeeldsel
en dat zijner gade, tegenover de portretten hunner vaders,
Willem van Balen en Kasper Briers. Behalve de hier ver-
melde portretten van Hendrik van Balen en zijne vrouw,
bezat hij er nog een paar anderê, insgelijks door hem ge-
schilderd, en op een groot paneel had hij al zijne kinderen
te zamen afgebeeld. Deze kinderen waren nog minderjarig,
toen hun vader op 17 Juli i632 overleed. Hij werd met veel
eerbewijzen in Sint Jacobskerk begraven, en zijne weduwe
richtte hem daar, tegen den eersten pilaar rechts van den
1 Scabinale protocollen der stad Antwerpen, 1622, vol. III, fol. Hl'.