Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1110

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
1098

Gewrochten van Jeroom van Kessel

stoffeerde. Ten jare 1622 begon hij meer voor eigene rekening
te arbeiden. Hij maakte zich toen vrijmeester onzer Schilders-
Kamer, van wier rederijkersafdeeling hij in 1626 lid'werd
en in 1631 zijn ontslag nam. Meester Jan Breughel I hield
Jeroom van Kessel voor zoo geacht, dat hij hem op i3 Fe-
bruari 1624 in den echt liet treden met zijne oudste dochter
Paschasia Breughel. De gehuwden vestigden zich in het huis
nummer 4 in de Orgelstraat. Daar verheugden zij zich in de
geboorte van drie dochters en twee zonen, van welke de
oudste, Jan, als een talentvol schilder zou optreden.

Gelijk wij het hebben vermeld, behandelde Jeroom
van Kessel de dieren en de vogels. Echter maalde hij die in
de miniatuurachtige manier zijns schoonvaders : zeer keurig
en uitvoerig gepenseeld en schitterend gekleurd. Zijne ge-
wrochtjes zijn uiterst schaarsch. Slechts vonden wij van hem
bij den heer Lodewijk Beeckmans onzer stad een puikstukje
met allerhande bontgevederde Vogeltjes op een
breedgetakt boompje en in een landschapje van den Fluweelen
Breughel ; in het museum van Dresden een doek met Fruit
en Kreeften bij eene aangesneden H esp, geteekend :
J. van Kessel f. anno 1634.

In 1627 ontving Jeroom van Kessel éenen, en in i632
twee leerlingen. Ten jare 1636 betaalde de meester 12 gulden
aan onze Sint Lucasgilde om zijne schilderijen op de Meir
openbaar te mogen veilen, uit oorzake van vertrek. Waar hij
dan is heen getogen hebben wij nog niet kunnen ontdekken.

Zijn zoon, Jan van Kessel, die op 5 April 1626 ter wereld
kwam, werd, éen jaar voor het vertrek zijns vaders, bij Simon
de Vos besteed, om zich in het schilderen te oefenen. De
knaap telde toen nog maar negen jaren. Na ook eenige lessen
van zijnen oom, Jan Breughel II, te hebben genoten, werd hij
 
Annotationen