11


M. A. van Rhede van der Kloot mij zijne gewaardeerde hulp
verleende om bedoelde wapens uit te vinden , waardoor dê eerste
stap is gedaan tot opsporing der beteekenis dezer tafereelen, die
blijkbaar van een ex-voto afkomstig zijn en waarschijnlijk met
een feit uit den 80jarigen oorlog in verband staan. Op de keer-
zijde : de Besnijdenis. De linkervleugel vertoont Johannes den
Dooper. Keerzijde: de aanbidding der herders. Volgens over-
levering zijn deze vleugels afkomstig uit de kerk te Huissen
(Prov. Gelderland). Verder eene allermerkwaardigste schilderij
door Jan van Hemessen , geboren in het plaatsje Hemexem bij
Antwerpen omstreeks 1500, overleden te Haarlem tusschen 1555
en 1566 ; het tafereel vertoont de markt eener hollandsche of
vlaamsche stad , met eene menigte boeren, burgers, marskramers,
enz. in de kleeding van de le helft der XVIe eeuw , geschaard
onderaan de trappen van een in half klassieken stijl opgetrokken
grootsch gebouw, alwaar Christus aan het volk wordt vertoond.
Van dezen minder algemeen bekenden schilder, worden werken
aangetroffen in de musea te Berlijn, Frankfort, München, Stutt-
gardt en Braunschweig , doch tot dusver in niet eene openbare
verzameling hier te lande. Een stukje van Daniël de Blieck „het
inwendige eener kerk” en eindelijk een zeer interessante schilderij
door Hieronymus van Aeken gezegd Bosch (1462—1516) voor-
stellende: „Het snijden van den kei”. Door dezen aankoop is het
Museum in het bezit gekomen van een echt stuk van den ver-
maarden Bosch, voorzien met diens monogram. Het onderwerp
dat meermalen is behandeld door de latere meesters der hol-
landsche school o. a. door Jan Steen, Andries Both en Frans
Hals den jongen, vertoont een tweetal doctoren bezig met een
patiënt wien zij steenen uit het hoofd halen , dat wil zeggen
wiens kwaal is eigenwaan en laatdunkenheid. De eene geneesheer
doet alsof hij steenen uit het hoofd van den patiënt haalt terwijl
zijn collega ze vertoont aan de omstanders. Het medaillonvormig
tafereeltje wordt omlijst door drastische caricaturen geschilderd in
een licht bruine tint, hier en daar opgelicht met dunne wittehoogsels.
Van de geschenken komt eene afzonderlijke vermelding toe
aan het doek geschonken door den heer dr. J. von Loehr, Keizer-
lijk Duitsch Consul te Caïro, zijnde eene groote schilderij door
Theodorus of Dirk van Baburen , voorstellende Prömetheus door
Vulcanus aan een rots vastgeklonken. Ook van dezen zeldzaam
voorkomenden meester bezat het Museum niets , zoodat dit ge-
schenk eene leemte aanvult. De heer dr. A. Bredius , wiens naam
ik reeds in vorige verslagen .meermalen onder de schenkers kon
noemen , bood het Museum ten geschenke aan een fraai stuk
van Balthasar van der Veen, een gezicht op de stad Haarlem