Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Vignola
Regel Van De Vyf Ordens Der Architecture: Oversien, ende uyt het groot in 't kleen gebracht, en vermeerdert met twee Schalen, de eene verdeelt in 12, en de andere in 18. parten of deelen, waar door alle de vyf Orders bequaamlÿk kunnen getekent werden. Seer dienstig voor alle Leerlingen en Liefhebbers van de Architectuur. — Amsterdam, 1726

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.28972#0018
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
otmneloops doorslieden wort, daersal't ander middelpunt weien, dat het deel volute
trccken ial van 2, tot 3. Ende allo gaetmen van punt tot punt voort.
XX.
^\M deie Corintiiche Orden ibnder PedeRaal te maken, io deeltmrn degantsche hoogte
^-^i'n zy deelen,en van deiereen niaektmen hetModuio,het welke dan gedeelt wort in t8,
even als dat van het Jotuiche. D'ander voornaetnRedeclingen iietmen genoeg in de Figuer,
en debreete van d'een Colomne tot d'ander moet houden 4 Modulos en tweederde deden,
ïb op dat d' Architraven boven geen laR en lyden,a!s ook om te wege te brengen,dat de Mo-
dellen boven in de Cornice midden op deColomnen komen in haer elfen Compartement,
XXL
CO men bogen van Galeryen wil maken na deie Corintiiche Orden R)nder PedeRael, ib
^moctmen te werk gaen ais hier met getallen is afgeteekent.also dat deopenheden p Mo-
duloshoudenindebreedte, endetSindehoogte, dePilaRersmoetzynvang Modulos.
XXII.
*\TAer alssnen Logien ofte Gaeldcryen heeft te maken met PedeRalen, ibialmende
-^'-^-gantlche hoogtedeeleti in 31. ende van een der Iclver deelen het Moduio maeken , in
der selver lal debreete van deopenheyt hebben, ende 2.y de hoogte. Het welke hoewel
het de twee vierkanten paReert, lbo voegt her nogtans in deie Orden wei omdegeeRig-
heyts wille. De PilaRers sulien 4 Modulos hebben , gelyk geteekent Haat.
XXÜL
*ï Mdien het PedeRal van deie Corintiiche Orden is het derde part van de Colomne, sb
ia! het houden les Modulos en de twee derden deelen, maar men mag het wel maken
vanyModulos, omtemeeriiyvicheyt, diedeieOrdenieergevoeglijkis ende wel paRt
Ook medeopdathetpedeslael, ionder het Cimatium en baiement, even op twee vier-
kantenuytkome, geiijkmen Hen mach aen de getallen. DereRe, teweten't cimatium
en baiement, dewijl sy op't nauRezijn aangetekent ,als meded'impoiia oft opllelling van
deboge, ibo en hoeven wy daerniettneer vanteichrijven.
A. De Torus oft Rok van boven, B. De Torus of Rok van beneden.
XXIV.
A En de gront en 't proRjl van dit Corintiiche CapiteelkanmeualleRjn maten leeren
-C^-ketmen. Aen degront neemt oft meetmen de breedten, makende een vierltant welks
Diagonal van 4 Modulos weien ia!, en van een van de zijden des selfdcn vierkante ial men
eenen gclijkzydigen triangel maken , geiijkmen hier heten in den hoek gerekent O setmen
RpuntvandepaRervaR, en men trekt het hol vart den Abaco. Aen 't prohj! neemt inen
de hoogte van zijn bladeren, Reien en Abaco, endeuytRreckingvande Bladeren en Re-
ien meetmen aen de Üni welke spruytuyt het punt van den Abaco tot aen 'r rondt van de
Colomne, geiijkmen hen magindchguervan'tprohjl. DereRkan meteen weynigop-
merkings welverRaen worden.
A en B t'iamen, worden genaemt den Abacus van het Capiteel, dog tot meerder klaer-
heyt wort A genomen voor het cimatium van den Abacus. C. Steeitjen , D de minder bla-
deren, EMiddesbladcren, FOnder-bladeren, G Bloem.
XXV.
T^EieCorintiicheboven-lijRisgerrockenuytverichcyden plaetien teRoomen, maer
-"-^voornamelijk uyt liet Pantheon oft Kerke genoemt la Rotonda, en uyt de drie Oo-
lomucn Raende opde Romeinsche Marfl, welker principaelReledctt te iamen vergeleken
hebbende, hebbeiit een regel daer vangeRelt (niet een Rroo breet wijkende van de oude)
en die gebragt op suiken proportie, dattereen Alodilionkomtvoor'ttrtiddenvan de Co-
lonme, etrdat hare eytjens, tanderingen, hoogskens en wervels regt tegen malkander
over Racn, metso iorgvuldigen ordreals men hen kan. Om de maten dacr vatr te weten ,
ialmcn hen na degetallen hier geRelt in plaets van Modulos en degedeelten van Modulos,
hetModuIozijndcgedecRini8, iobovengeieytis. XXVI.
 
Annotationen