DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26571#0469
b n NEDERLANDERS. 445
kerkelyk perföon , en legje hier in de nachtfchuyt te
vegten tegens dien Vryplaati uytzuyper 9 die een satfoenlyk
Kojler nïet zou willen aanraaken als met den haak vam
de Kerks brandleer. Schaamje , Nachtfielt ! zo'er ooit
fchaamte heest gehuysved onder eenige dronke ‘Dorps**
kofters.
Aldaar hielt die Helleveeg halte , waar op den ver-
plukten Koster met eenige door het oud bier verkorte sylla-
ben zijn afscheyt nam 5 en de overige Dronkaards, die
insgelijks beheerscht wierden door de rokken met gim-
pen , volgden dat voorbeelt, bevreest van te vallen on«
der de verbolgendheyt hurxner Wyven , die nu en dan
wel eens gewoon waaren van diergelijke byeenkomsten
te komen opblaazen j derhalven haspelden zy na huys
met vlammende kaaken en met sprietoogende blikken»
Op het nootlottig ogenblik dat dien Kasteleyn der Ey-
kelisten zijne overlaade zwynskudde uytliet, kwam zijn
Knegt instommelen uyt dat Dorp, waar na den Schilder
ce paerde docht te gaan vagebondeeren, om de ingebeeL
de Erfenis te gaan ligten, die zo dra als hy den smoor-
dronken Penseelist zag , hem kende voor dien Heer en
Meester, die hy vijfvierendeel jaaren had gedient, zon-
der Loon en zonder Kleeders, waar door hy hem vry-
postiglijk vroeg , JVat hy daar kwam maaken ? waar
op hem IV. de Fochïer zo dra niet had gerepliceert
in eeu lispent accentj *Dat hy gekomen was om de Erse~
nis van zyne overleede Vrouws fuster te gaan raapen tot
Boxel, of den Knegt herhaalde luydskeeis lacghende 3
*Dan valt yer niets anders te doen als uw reys te ftaaken 9
en op nieuws Aardakers te gaan fpïtten, want die overlee-
de Sufter Ieest9 en daar by ï$\r niets te beften als uytge-
dopte Eykels s twee flegte artykels voor een benoodïgt Een^
kkk 3 fielissi
kerkelyk perföon , en legje hier in de nachtfchuyt te
vegten tegens dien Vryplaati uytzuyper 9 die een satfoenlyk
Kojler nïet zou willen aanraaken als met den haak vam
de Kerks brandleer. Schaamje , Nachtfielt ! zo'er ooit
fchaamte heest gehuysved onder eenige dronke ‘Dorps**
kofters.
Aldaar hielt die Helleveeg halte , waar op den ver-
plukten Koster met eenige door het oud bier verkorte sylla-
ben zijn afscheyt nam 5 en de overige Dronkaards, die
insgelijks beheerscht wierden door de rokken met gim-
pen , volgden dat voorbeelt, bevreest van te vallen on«
der de verbolgendheyt hurxner Wyven , die nu en dan
wel eens gewoon waaren van diergelijke byeenkomsten
te komen opblaazen j derhalven haspelden zy na huys
met vlammende kaaken en met sprietoogende blikken»
Op het nootlottig ogenblik dat dien Kasteleyn der Ey-
kelisten zijne overlaade zwynskudde uytliet, kwam zijn
Knegt instommelen uyt dat Dorp, waar na den Schilder
ce paerde docht te gaan vagebondeeren, om de ingebeeL
de Erfenis te gaan ligten, die zo dra als hy den smoor-
dronken Penseelist zag , hem kende voor dien Heer en
Meester, die hy vijfvierendeel jaaren had gedient, zon-
der Loon en zonder Kleeders, waar door hy hem vry-
postiglijk vroeg , JVat hy daar kwam maaken ? waar
op hem IV. de Fochïer zo dra niet had gerepliceert
in eeu lispent accentj *Dat hy gekomen was om de Erse~
nis van zyne overleede Vrouws fuster te gaan raapen tot
Boxel, of den Knegt herhaalde luydskeeis lacghende 3
*Dan valt yer niets anders te doen als uw reys te ftaaken 9
en op nieuws Aardakers te gaan fpïtten, want die overlee-
de Sufter Ieest9 en daar by ï$\r niets te beften als uytge-
dopte Eykels s twee flegte artykels voor een benoodïgt Een^
kkk 3 fielissi