Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 8.1907

DOI Heft:
Nr. 3-4
DOI Artikel:
Six, Jan; Martin, Wilhelm: Rembrandt en Lastman
DOI Artikel:
Hoefer, Frederic Adolph: Nederlandsche Meubelen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17414#0154
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
I4<S

moet men dunkt mij óók bij werken als de Berlijnsche Prediking aan-
nemen de nawerking der compositioneele hoofdpunten van die toen nog
door zoo velen als de éénige ware geprezen richting, een nawerking, die
bij Rembrandt nog lang na zijn vestiging in Amsterdam heeft voortgeduurd.
Van invloed of zelfs »verwerking" van motieven van Lastman alléén kan
men hier dus m. i. niet spreken.

W. Martin.

De bewering van den heer Martin slingert zoo vaag tusschen wel en
niet, dat het moeilijk is er vat op te krijgen. Of Rembrandt zijn schets
naar Lastman's Listra vóór zich heeft gehad of niet is bij een kunstenaar
als hij een zinnelooze vraag. Maar er ligt iets onbewust op den grond
van deze tegenwerping, de vraag namelijk of wij ook bij Rembrandt, zoowel
als bij Lastman e iuti quanti aan een regelrechte navolging van Rafaël
moeten denken. En deze vraag is hier dadelijk ontkennend te beantwoorden.
Wel degelijk stamt Rembrandt's Johannes van Rafaël's Paulus te Athene
af, maar dat dit door bemiddeling van Lastmans Barnabas te Listra is,
bewijzen reeds afdoende de obelisk en de boog op den achtergrond om van
den algemeenen bouw der compositie nog te zwijgen. Niemand beweert
natuurlijk dat hij zijn leermeester in alle figuren slaafs zou gevolgd zijn,
maar zijn eigen teekening maakt zijn bekendheid met deze motieven-
combinatie onloochenbaar.

J. Six.

Nederlandsche Meubelen.

In Deel IV7, blz. 80 vlg. gaf de Heer Jan Kalf een overzicht van
gedateerde Nederlandsche meubelen. Zijne opgaven ben ik in staat met de
volgende aan te vullen.

In de Roomsch Katholieke kerk te Zevenaar zijn eenige banken en de
preekstoel en in de Nederlandsch Hervormde kerk aldaar bijna alle banken,
de orgelkast en de preekstoel van gesneden eikenhout. Eerst genoemde
preekstoel is voorzien van het jaartal » 1657". Blijkbaar zijn al deze meubelen —
met uitzondering van de orgelkast — in der tijd door een en denzelfden
kastenmaker vervaardigd. Bij een onderzoek in het archief der Nederlandsch
Hervormde kerk, die den 1 Mei 1660 in gebruik genomen werd, vond ik
onderstaande gegevens, waaruit de naam van den vervaardiger der meubelen,
de dagteekening van den preekstoel in de Nederlandsch Hervormde kerk
en de er voor betaalde prijs blijkt.

Het eerste stuk luidt:

»Op dato ondernoemt hebbe ick onderschreven van de reformeerde
Gemeente tot Zevenaar aengenohmen te macken eenen niewen predickstoell
na modell en groenteeckening (van haer eigenhandig onderteeckent) bij mij
berustende, waerin de conditiën ten deel 't selve aengaende syn exprimeert
voorbehout de vermindering in de grontmaet na goede proportie van 't
 
Annotationen