DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.26534#0009
5
L O F-D I C H T
DER
D I S C I F U L E Ni
Gesonsen ter eeren van haren Meester.
O
SYMON BOSBOOM,
Os? het ‘verlichten van de vijf Orders dér Architecturen
Jjspllsl Een Rey van Diehstbaer-Voïck komt by malkander dringen,
||||| Elck vaneenvreemtGewest, omjuychgende te singen 3
_Js§§8 In’tScheeprijck Amsterdam, aen die haer heest geleerc
En oock noch onderwijl!: , en dagelijcks beheert,
Hóe wel-se niet al-t’saem bestaen in Dienstbacrheden ,
800 zijn ze met de naem van LEERLINGH, weltevreden.
Komt dan vergaerde Rey, en vlecht te saem een Krans,
En kroont daar mee sijn Hooft, voor sulck een brave kans
Als u dien MEESTER schenckt; die ons gaet werck verlichten*
Waer uyt men Bouwen magh, enKercken, hoogh vanstichten*
Brenght al te saamen by wat hier ten offer hoort 3
En laat ons vreedig by malkander blijven voort:
Brenght hier de Palm-Facl^, gegroeyt aen d'Eems sijn Branden:
Die ruyckende Filet, gegroeyt in Gelders-Landen:
De Zr licht en uyt Zeeland bindt mede aan de Kroon:
Die OverAjjels bloem set mede wel ten toon :
Laet Hollandts Roode Roos uytmunten , boven d ander’:
Neemt Henegou sijn Zrucht, en bindt het aen malkander 3
Neemt.nu de Zrede-cFacl^óïc Adunsieronsbeschickt,
En bindt daer mee die Krans, soo is de Kroon bestrickt
Deoudtste van onsall aen veert de Kroon in handen
Die nu gevlochten is uyt seven vruchtbacr’ Landen,
En set die op sijn Hooft, totpronek van het gemeen 5
Wy volgen al gelijck , en gaen de selve treen:
En laet ons al te saem , als brave Jongelingen,
Tot vreughde van ons als, dit Kroon-vairs daer by singen,
KRöOsf
L O F-D I C H T
DER
D I S C I F U L E Ni
Gesonsen ter eeren van haren Meester.
O
SYMON BOSBOOM,
Os? het ‘verlichten van de vijf Orders dér Architecturen
Jjspllsl Een Rey van Diehstbaer-Voïck komt by malkander dringen,
||||| Elck vaneenvreemtGewest, omjuychgende te singen 3
_Js§§8 In’tScheeprijck Amsterdam, aen die haer heest geleerc
En oock noch onderwijl!: , en dagelijcks beheert,
Hóe wel-se niet al-t’saem bestaen in Dienstbacrheden ,
800 zijn ze met de naem van LEERLINGH, weltevreden.
Komt dan vergaerde Rey, en vlecht te saem een Krans,
En kroont daar mee sijn Hooft, voor sulck een brave kans
Als u dien MEESTER schenckt; die ons gaet werck verlichten*
Waer uyt men Bouwen magh, enKercken, hoogh vanstichten*
Brenght al te saamen by wat hier ten offer hoort 3
En laat ons vreedig by malkander blijven voort:
Brenght hier de Palm-Facl^, gegroeyt aen d'Eems sijn Branden:
Die ruyckende Filet, gegroeyt in Gelders-Landen:
De Zr licht en uyt Zeeland bindt mede aan de Kroon:
Die OverAjjels bloem set mede wel ten toon :
Laet Hollandts Roode Roos uytmunten , boven d ander’:
Neemt Henegou sijn Zrucht, en bindt het aen malkander 3
Neemt.nu de Zrede-cFacl^óïc Adunsieronsbeschickt,
En bindt daer mee die Krans, soo is de Kroon bestrickt
Deoudtste van onsall aen veert de Kroon in handen
Die nu gevlochten is uyt seven vruchtbacr’ Landen,
En set die op sijn Hooft, totpronek van het gemeen 5
Wy volgen al gelijck , en gaen de selve treen:
En laet ons al te saem , als brave Jongelingen,
Tot vreughde van ons als, dit Kroon-vairs daer by singen,
KRöOsf