Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
VOORWOORD

bedoeling van dit boek is, het Oeuvre van Rembrandt, dat in de laatste
R y jaren onrustbarend uitgebreid werd, zooveei mogelijk te zuiveren van
werken, die bij nadere beschouwing van de hand van leerlingen of navoigers
bleken te zijn.

Daarom zijn hier sie&ts die schiiderijen gereproduceerd, wier echtheid mij
onaanvechtbaar schijnt. Hiermede is niet gezegd, dat aüe s&iiderijen, die men
bovendien nog aan Rembrandt toeschrijü, onecht zijn. Integendeei geioof ik,
dat er daaronder zijn, die wèl van zijn hand zijn. Maar ik heb ze weggeiaten,
omdat ik hier zooveel mogelijk siechts zulke werken wiide geven, over wier
e&theid aüe Rembrandtkenners het met mij eens zijn.

Geen kunstenaar is in ai zijn verschiüende perioden zoo moeiiijk te her-
kennen als Rembrandt. En geen één heefi op zijn tairijke ieeriingen, soms zelf
groote meesters, zulk een buitengewonen invioed uitgeoefend als hij. Er zijn
s&iiderijen, die door de uitnemendste kunstgeleerden ais voortrelfeiijke werken
van den Meester beschouwd werden, tot overtuigende bewijzen ons leerden, dat
Boi, van der Piuym, FÜn&, Abraham van Dij&, e. a. ze geschiiderd hebben.
Ik herinner siechts aan het portret van Elisabeth Bas (Rijksmuseum), aan de
„Biddende vrouw met den Bijbei" (Coü. Frick, New York), aan den „Tobias"
(Kaiser-Friedrich-Museum) en veie andere meer.

Ik heb de in Bode's werken, de in Vaientiner's verschiüende uitgaven (ook
in zijn „Rembrandt Paintings in America") voorkomende reproducties en de
door Bauch gepubliceerde werken uit Rembrandt's vroegen tijd zoo nauwkeurig
mogeiijk opnieuw bestudeerd. Het resultaat van dat aües vindt men in dit boek.
Geen mens&elijke arbeid is voimaakt. Ook dit werk maakt daarop geen uitzon-
dering. Maar het is een ernstige poging de tot nu toe saamgesteide „Oeuvres"
van Rembrandt te bevrijden van een aantai afbeeidingen naar schüderijen van
ieerlingen en navoigers.

Dr. H. Schneider in Den Haag heeA mij met onvermoeide toewijding hierbij
ter zijde gestaan. Hij bezorgde mij o. a. met veei geduld moeilijk te verkrijgen
fotograheën. Voor zijn krachtigen steun betuig ik hem hierbij mijn aüerharte-
Üjksten dank. Zonder zijne medewerking had ik dezen arbeid niet aangedurfd!
Eveneens breng ik dank aan den heer Ludwig Goidscheider en aan de uit-
gevers, die kosten noch moeite hebben gespaard om nieuwe fotograheën te laten
vervaardigen, waarnaar buitengewoon mooie reproducties konden worden
gemaakt.

Aan het einde van dit boek vindt men korte aanteekeningen bij eenige
schiiderijen. Ik dank Dr. H. Gerson voor zijn huip bij de samensteüing daarvan.

De hoofdzaak zijn de afbeeldingen, die het woord moeten doen. Ik hoop,
dat die in veler handen komen, om in wijden kring den grooten Meester beter
te doen kennen; hem, zijn ieven en zijn werk ons nader te brengen is het
heeriijke hoofddoei van mijn leven geworden. A.
 
Annotationen