Rembrandt; Bredius, Abraham: Rembrandt schilderijen (Utrecht, 1935)

De aanteekeningen beperken zich in hoofdzaak tot korte vermeiding van handteekening en
datum der afgebeelde schilderijen, aismede tot eenige bijzonderheden over de voorsteiiingen of
de voorgesteide personen. Voorts wordt verwezen naar de nummers van Hofstede de Groot's
kritische lijst van Rembrandt's schiiderijen (1913), waarin al het wetenswaardige over de ge-
schiedenis dezer stukken kan worden opgezocht. Bij s&iiderijen, die eerst na het verschijnen van
dit boek bekend zijn geworden, is de herkomst en de beiangrijkste literatuur vermeld. Ver-
wijzingen naar de bekende nieuwe monograheën over Rembrandt van Vaientiner, Hind, *Weis-
bach, Bauch, e. a. zijn achterwege gebleven. In het aanhangsel van het boek van O. BenesA
„Rembrandt, Werk und Forschung", Weenen, 1933, is een volledige opgave van de over Rem-
brandt verschenen literatuur in systematische rangschikking te vinden.

HdG (bij schiiderijen) = C. Hofstede de Groot, BesAreibendes und kritisches VerzeiA-
nis..., dl. 6, Rembrandt, Essiingen-Parijs, 1913.

HdG (bij teekeningen) = C. Hofstede de Groot, Die Handzeichnungen Rembrandts, Haar-
iem, 1906.

Vaientiner (bij teekeningen) = *W. R. Vaientiner, Rembrandt, Des Meisters HandzeiAnungen,

Stuttgart-Beriin, di. I (1928), di. II (1934).

B. (bij etsen) = BartsA, Cataiogue raisonné de toutes ies estampes de Rembrandt,
Vienne, 1797. (Dezelfde nummering geven: W. von Seidiitz-
H. *W. Singer, Die Radierungen Rembrandts, Leipzig, 1922.)