Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 1.1899-1900

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Officieeele Mededeelingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17407#0064
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
56

Het is vooral hier' noodig de belangstelling van het publiek op
te wekken, omdat de belangstelling in dit oude gebouw bij velen tot
dusverre gering is; en dit is verklaarbaar.

De aanblik toch, dien het thans vertoont, is verre van verkwik-
kelijk ; grootendeels achter allerlei huizen en huisjes verscholen, de
gevels met cement bepleisterd, bijna zonder eenig ornament, door
hooge, plompe schoorsteenen, die boven het koor uitsteken, ontsierd,
kan de N. Z. Kapel thans moeilijk op het groote publiek den
indruk maken een kunstwerk te zijn; nog onooglijker is de aanblik
geworden nu eenige topgevels onlangs gedeeltelijk werden afgebroken,
toen men te onrechte meende en voorgaf, dat het gebouw Op instorten
stond, een vrees, die nu wel geweken is. Het is dus alleszins begrijpelijk
dat velen zich niet tot het gebouw aangetrokken gevoelen en het niet
der moeite waard achten voor zijn behoud in de bres te springen. Zij
daarentegen, die van oude gebouwen studie gemaakt hebben, geven
zich gemakkelijk rekenschap van hetgeen het gebouw inderdaad is, en
van het aanzien dat het zou verkrijgen, als het werd bevrijd van latere
toevoegsels en behoorlijk gerestaureerd, iets waartoe alle gegevens
aanwezig zijn. Wat de architect en de oudheidkundige met een oogopslag
begrijpen, kan een ieder thans uit bijgaande teekening zien, welke den
achtergevel van het Rokin gerestaureerd vertoont. Die teekening is
gemaakt met de hulp der gegevens, die men zonder een bepaalde
opmeting verzameld heeft uit schetsteekeningen naar den bestaanden
toestand, naar photographiën, welke men tijdens de afbraak van een
nevenstaand winkelhuis genomen heeft van het vrijgekomen metselwerk,
en naar afgietsels van het toen blootgekomen beeldwerk. Zij toont
voldoende aan hoezeer de Kapel, ontdaan van haar leelijke aanbouwsels,
tot sieraad zal strekken van de omgeving, niet weinig zal bijdragen om
het aanzien van het Rokin te verfraaien en Amsterdam in het bezit
zal stellen van een architectonisch bouwwerk van den eersten rang.

Uit die teekening blijkt afdoende, dat de N. Z. Kapel eenmaal een
juweel van bouwkunst geweest is en dit weer worden kan en dat het
een daad van onverantwoordelijke barbaarschheid zou zijn zulk een
monument te vernietigen, een daad, welke Nederland in de oogen van
geheel de beschaafde wereld jammerlijk zou vernederen.

De Bond hoopt dat de besprekingen, welke thans volgens de
nieuwsbladen tusschen de rechtskundige adviseurs der Burgerlijke en
Kerkelijke Gemeenten gehouden worden, zullen leiden tot eenoveileg,
waarvan de instandhouding van dit monument het gevolg zal zijn en
dat de Kerkelijke Gemeente, gesteund door subsidiën van Kijk,
Provincie, Burgerlijke Gemeente en particulieren, die voor dat doel
reeds f 6000.— bijeengebracht hebben, in staat zal worden gesteld de
restauratie onder goede leiding te ondernemen.

Het bestuur van den Nederl. Oudheidk. Bond, enz.
 
Annotationen