Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 5.1903-1904

DOI issue:
Nr. 2 en 3
DOI article:
Mulder, Adolph: Het kasteel te Wijchen
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.17411#0103
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
96

en daarover is een oploop ontstaan bij het gepeupel, zoodat het niet veel
verscheelde of al de Franschen, die daar in garnizoen lagen, waren om hals
gebracht.

Men heeft den volgenden dag het bootsvolk zijne volle betaling moeten
geven en die misgreep zal den prins van Portugal misschien nog wel eens
zuur opbreken, want er zijn in dat tumult veel gekwetsten gevallen en
ook verscheiden op de plaats dood gebleven".

De geschiedenis leert ons dus, dat de prins in 1606 eene voor dien
tijd niet onaanzienlijke som van 75000 gulden had verworven, welk feit
bij ons de vraag doet rijzen, of deze som mogelijk niet besteed werd voor
den bouw of tot aankoop van het reeds in aanbouw zijnd kasteel te
Wijchen, eertijds ook wel »de Einborch" genaamd.

En dit vermoeden wint te meer veld, wanneer wij nagaan, dat — al
brak in 1608 voor het zwaar gedrukte gezin door de verzoening met
Prins Maurits en door de op 27 Juni 1609 daaropgevolgde verdeeling der
vaderlijke nalatenschap een betere tijd aan — het toch steeds onder geldelijke
zorgen gebukt bleef, getuigen de herhaaldelijke leeningen en voorschotten,
waarvoor het toegewezen jaargeld in pand moest worden gegeven.

Nemen wij deze veronderstelling niet aan, dan vragen wij ons af, wat
dan wel met de opbrengst der kaperschepen verricht is?

Kent men de omstandigheden van Dom Emanuels levensloon. dan zal
men niet durven beweren, dat hij daarmede schulden heeft afbetaald; en dat
deze som van ƒ75000,— zijn financieelen toestand niet heeft verbeterd, is
van algemeene bekendheid.

Veel blijft echter nog onopgehelderd. Zoo lezen wij, dat prinses Emilia
met haar gezin beurtelings woondete Delft en op het kasteel te Wijchen,
waarmede zij in 1609 werd beleend; hieruit zou dus volgen, dat zij in dat
jaar nog geen eigenares was. In 1615 bevindt zij zich nog te Wijchen;
doch eerst in 1622, zoo lezen wij verder, wordt het bewuste kasteel haar
eigendom, toen zij het voor het geld, dat haar uit de nalatenschap harer
moeder Anna van Saksen, ten deel viel, gekocht had van Elisabeth,weduwe
van Willem van Luccenburg, heer van Holoigne.

Hare dochters lieten er zich in 1630 mede beleenen en hebben het
negen jaren later aan Eustatius van Hemert verkocht.

Hoe het zij, zoolang niet uit archiefstukken het tegendeel kan bewezen
worden, blijven wij met het oog op de sierankers van het gebouw en het
feit, dat in 1606 eene som van 75.000 gulden in het bezit was van den
Portugeeschen Prins, geloof hechten aan de bewering, dat Dom Emanuel
de stichter is van het Kasteel te Wijchen of wel dat hij het in aanbouw
zijnd slot omstreeks dien tijd gekocht heeft.

Wie in deze aangelegenheid door het aanvoeren van deugdelijke
gegevens meer licht kan ontsteken, zal zoowel geschiedvorschers als bouw-
kundigen een grooten dienst bewijzen.

's Gravenhage, Januari 1904. Adolph Mulder.
 
Annotationen