Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 1.1908

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Aanwinsten van het Mauritshuis
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19797#0255
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
niet meer in extenso behoeft te worden besproken. Het is op de tafel beneden
gemerkt: Koedijk. Goed is in de schilderij de ruimte van het vertrek, de materie der
voorwerpen (tinnen kan, viool, glas enz.) en het kamerlicht, dat Koedijck echter —
zooals gewoonlijk — zeer nuchter geeft. De schilderij is zeer fijn, geheel in navolging
van de manier van Dou ]).

f Nicolaes Knupfer. Faun en Nimf. (Paneel, 231/a X 3OV2). Deze schilderij, die
rechts beneden gemerkt is: N. Knupfer, is als onderwerp niet zeer aantrekkelijk: de
wellustige roode dronkemanskop van den faun, dien de nimf te vergeefs tracht af te weren,
is bepaald hinderlijk. Maar de toon van het geheel is aangenaam en bijzonder goed is
een gedeelte der vleeschpartijen van de nimf. Dit is een kant van Knupfer, die men in
zijn andere werk niet zoo sterk op den voorgrond ziet treden.

g. Abraham Hondius. Berenjacht. (Op paneel, 106 X 134). Op het eerste gezicht
zou men dit stuk voor een everjacht houden, maar bij nader beschouwing blijkt het groote
beest in het midden, waarvan de kop zeer everachtig is ge- of liever misteekend, een
beer te zijn. Links ligt een andere beer op zijn rug, door honden bestookt en links achter
worden nog twee andere beren door honden in het nauw gebracht. De hoofdgroep is
de eerstgenoemde beer, die door ettelijke honden wordt bestookt en zich heftig verweert.
Rechts komt een ruiter in rood jak met een lans den honden te hulp, doch wordt zelf
aangevallen door een der beren.

Het schilderij is een der meest compleete werken van den meester, voor wien het
karakteristiek is en wiens handteekening: A. Hondyüs 1655, het vertoont op den hals-
band van den van rechts aanstormenden hond.

Het geheel is zeer soliede van schildering, maar, behalve in lucht en boomen,
uitermate hard van techniek, compositioneel zwak en totaal van Rubens afhankelijk,
coloristisch slecht overwogen en slechts op enkele punten (den boom achter, de planten-
groep op den voorgrond) aantrekkelijk. Het verschrikte paard, doodsbenauwd voor den
beer, is blijkbaar van een prent naar Rubens 2) gecopieerd en onder Hondius’ handen
een ware verschrikking geworden. De schilderij is echter juist óm haar afhankelijkheid van
Rubens kunsthistorisch belangrijk als frappante bijdrage tot de kennis van het gebruik van
prenten bij het schilderen.

De schilderijen van den Heer Delaroff zijn tentoongesteld in de groote beneden-
zaal van het museum. Alleen de Hondius hangt op zaal XIII, boven.

Den Haag, 21 Dec. 1908. W. MARTIN.

1) Zie de afbeelding in »Oud-Holland”, jaarg. 1909, afl. 1.

2) Verscheidene prenten naar Rubens zijn door Hondius voor deze compositie gebruikt, o.a. de
prent v. P. Soutman (1642) naar Rubens’ Everjacht (thans te Dresden) waaruit hij de houding van
verscheidene honden copieert benevens den verschrikten blik van het paard. Uit de prent van Soutman
naar de Everjacht van Rubens, die thans te Marseille bewaard wordt (Rooses No. 1159) neemt hij
twee honden-houdingen over. Ook uit Soutman’s prent naar de wolven-en vossenjacht (Rooses No. 1156)
nam Hondius details over.

240
 
Annotationen