de vlakken voldoezelend. Het stukje is op een roeihooitje rechts gemerkt: v G 16...
d. Gerard ter Borch. Koestal. (Op paneel, 47V-3 X 50). Een voor Terborch even
ongewoon werk als b.v. zijn gesigneerde Scharenslijpersfamilie te Berlijn. De koestal vertoont
een koe, die door een vrouw gemolken wordt, links een andere koe, op den achtergrond
een staldeur en een luik er boven, op den voorgrond links een hakblok, bijl, kannetje enz., en
rechts een ton met water. Het geheel is prachtig van toon: grijzig zilver is de achtergrond,
de koeien lichtbruin en wit, de vrouw in groen jak met rood onderlijfje en grijzen rok. De
schilderij, die hierbij afgebeeld is, is op het eerste gezicht voor oningewijden allerminst een Ter-
borch. Doch vergelijking
met den Scharenslijper
(Berlijn, Kaiser Friedrich-
Museum), waarop b.v. een
aarden pot voorkomt, die
precies zoo geschilderd is
als die op den Koestal,
toont duidelijk, dat we hier
met denzelfden schilder te
maken hebben. Bovendien
hebben we van Terborch
nog een ander stal-inte-
rieur, een paardenstal, door
Mme Ponce reeds als Ter-
boch gegraveerd in het
Cabinet Poullain -1). Ook
met dezen paardenstal ver-
toont Delaroff’s Terborch
groote overeenkomst, zoo-
dat aan diens auteurschap
niet te twijfelen valt. Ten
overvloede staat links op
het hakblok van den Koe-
stal nog een overblijfsel van een monogram G 1 B. Wij hebben hier blijkbaar te doen
met een vroeg werk van den meester, uit den tijd van de Scharenslijpersfamilie.
e. Isaac Koedijck. De Notendief. (Op paneel, 36 X 32). In een vertrek met een
groote tafel en schouw is een jongentje op een stoel geklommen en steelt noten uit een
tinnen bord, dat op tafel staat. Een voor Koedijck zeer karakteristiek werk, waarop reeds
door Dr. Hofstede de Groot2) voldoende de aandacht gevestigd is en dat hier dus
G. Terborch. De Koestal. Verzameling Dr. P. Delaroff.
In bruikleen in het Mauritshuis.
1) Dr. Erasmus deelt mij mede, dat die schilderij zich thans bevindt bij den Heer Wachtmeister
te Vanas in Zweden.
2) Jahrbuch der Kgl. Preuss. Kunstsammlungen, 1903, Heft I.
239
d. Gerard ter Borch. Koestal. (Op paneel, 47V-3 X 50). Een voor Terborch even
ongewoon werk als b.v. zijn gesigneerde Scharenslijpersfamilie te Berlijn. De koestal vertoont
een koe, die door een vrouw gemolken wordt, links een andere koe, op den achtergrond
een staldeur en een luik er boven, op den voorgrond links een hakblok, bijl, kannetje enz., en
rechts een ton met water. Het geheel is prachtig van toon: grijzig zilver is de achtergrond,
de koeien lichtbruin en wit, de vrouw in groen jak met rood onderlijfje en grijzen rok. De
schilderij, die hierbij afgebeeld is, is op het eerste gezicht voor oningewijden allerminst een Ter-
borch. Doch vergelijking
met den Scharenslijper
(Berlijn, Kaiser Friedrich-
Museum), waarop b.v. een
aarden pot voorkomt, die
precies zoo geschilderd is
als die op den Koestal,
toont duidelijk, dat we hier
met denzelfden schilder te
maken hebben. Bovendien
hebben we van Terborch
nog een ander stal-inte-
rieur, een paardenstal, door
Mme Ponce reeds als Ter-
boch gegraveerd in het
Cabinet Poullain -1). Ook
met dezen paardenstal ver-
toont Delaroff’s Terborch
groote overeenkomst, zoo-
dat aan diens auteurschap
niet te twijfelen valt. Ten
overvloede staat links op
het hakblok van den Koe-
stal nog een overblijfsel van een monogram G 1 B. Wij hebben hier blijkbaar te doen
met een vroeg werk van den meester, uit den tijd van de Scharenslijpersfamilie.
e. Isaac Koedijck. De Notendief. (Op paneel, 36 X 32). In een vertrek met een
groote tafel en schouw is een jongentje op een stoel geklommen en steelt noten uit een
tinnen bord, dat op tafel staat. Een voor Koedijck zeer karakteristiek werk, waarop reeds
door Dr. Hofstede de Groot2) voldoende de aandacht gevestigd is en dat hier dus
G. Terborch. De Koestal. Verzameling Dr. P. Delaroff.
In bruikleen in het Mauritshuis.
1) Dr. Erasmus deelt mij mede, dat die schilderij zich thans bevindt bij den Heer Wachtmeister
te Vanas in Zweden.
2) Jahrbuch der Kgl. Preuss. Kunstsammlungen, 1903, Heft I.
239