Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 4
DOI article:
Jaarsverslagen
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0220
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Een belangrijke aanwinst is ook een kleine Delftsche vaas met polychrome versiering
uit de oude fabriek »het Moriaanshoofd”, toen deze gedreven werd door Rochus Jacobus
Hoppestein.

Een nauwkeurige opsomming der aanwinsten is bij het verslag gevoegd.

Koninklijk Kabinet van Schilderijen. — Het verslag vermeldt het aftreden van
Dr. Bredius als Directeur, onder verwijzing naar het artikel, in het Bulletin gewijd aan
Bredius’ werkzaamheid aan het Mauritshuis. Vervolgens wordt vermeld, dat verbetering
in de ventilatie is aangebracht. Een begin werd gemaakt met het aanbrengen van open-
slaande ramen, teneinde in geval van brand de schilderijen gemakkelijker buiten het
gebouw te kunnen brengen. De werkzaamheden aan den nieuwen druk van den Catalogue
Raisonné gingen geregeld voort. In voorbereiding zijn nieuwe uitgaven van den beknopten
Hollandschen en Engelschen catalogus.

Dankbaar wordt gewag gemaakt van de schenking door Dr. Hofstede de Groot
van een landschapje van Jacob Ruisdael. Dr. Bredius gaf een schilderij van Spruyt in
bruikleen. Hij nam een ander schilderij van denzelfden meester terug. Aan den Heer
Delaroff werd een der door hem in bruikleen gegeven schilderijen teruggegeven.

Aan Dr. Erasmus wordt dank geweten wegens zijn hulp bij de voorbereiding
van de uitgave van een gedrukten catalogus der boekerij.

Er werden verscheiden maatregelen genomen ter voorkoming van brandgevaar en
ter vergemakkelijking van het reddings- en blusschingswerk in geval van brand. Het
aantal bezoekers bedroeg 70.308. Door bemiddeling van den Directeur werd door het
Stedelijk Museum te Leiden een groot stilleven van H. v. Steenwijck aangekocht.

Koninklijk Kabinet van Munten, Penningen en Gesneden Steenen. — Onder de aan-
winsten wordt door wijlen Dr. Dompierre de Chaufepié meer in het bijzonder gewezen
op de fraaie Duitsche zestiende-eeuwsche penningen, den gegraveerden Nederlandschen
dooppenning en den ovalen penning ter eere van Johann Adolf, Graaf van Bentheim,
nader beschreven in de lange lijst van aanwinsten, bij dit verslag gevoegd, dat, als
gewoonlijk, door illustraties is opgeluisterd. Uit eene verzameling Nederlandsche munten
kon de Directeur een groot aantal stukken aankoopen, die aan zijn verzameling ontbraken.

Uit buitenlandsche muntvondsten kwamen een goudgulden van Gulik, Kleef en
Berg van Hertog Reinald en de St. Jansgulden van George en Hendrik, hertogen van
Saksen, als bestuurders van Friesland in de verzameling. Onder de Nederlandsche munten
verdient verder genoemd te worden een goudgulden van Vianen. Reeds vroeger maakte
de Directeur er werk van, om in het bezit te komen der in het buitenland geslagen
tegenwoordige munten. Dit jaar mocht hij er in slagen om, dank zij de medewerking
der Nederlandsche gezanten in den vreemde, eene bijna volledige verzameling te erlangen
der in de laatste tien jaren in het buitenland geslagen stukken.

Door aankoop breidde Dr. Dompierre de Chaufepié verder de verzameling uit
met belangrijke moderne Italiaansche medailles. Van H. M. de Koningin, de Directie

209
 
Annotationen