Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Jaarsverslagen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0219

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
verdeeld, terwijl door berging in het dépot van minderwaardig Japansch en Chineesch
porcelein en lakwerk de kleinere vitrines tusschen de ramen van de binnenplaats vrij
kwamen tot betere tentoonstelling van het grovere Delftsche, Duitsche en Engelsche
aardewerk. Door een en ander kreeg de zaal een rustiger aanzien. Het middenvak,
tusschen de vitrines, welke door de ramen aan voorkant en binnenplaats verlicht worden,
wordt thans ingenomen door drie podia, voorzien van parketbevloering, bezet met
Fransche meubelen uit de tijden van het Regentschap, Lodewijk XV en Lodewijk XVI.

Sedert October van het afgeloopen jaar is Mejuflrouw E. Hesseling als vrijwillige
assistente in het Museum werkzaam. Zeer tot de tevredenheid van den Directeur
beschreef zij de na het uitgeven van den catalogus verworven beeldhouwwerken en
maakte zij deze beschrijvingen voor een supplement-catalogus gereed.

Hare Majesteit de Koningin deed aan de Geschut-Verzameling toekomen een
ijzeren kanon, in 1896 opgevischt uit het wrak van het schip »de Lutine”, in het jaar 1799
vergaan op de Terschellinger gronden.

De Heer Mr. Henri ’sjacob te Batavia schonk een fraaien gouden penning, door
de Staten in 1672 geschonken aan Isaac Rockesen.

Door legaat van Mevrouw de Weduwe Prof. Dr. Sytze Hoekstra Benedictuszoon
werd het Museum verrijkt met een gouden gegraveerden penning, vervaardigd bij gelegenheid
van het huwelijk van Rebecca de Wolf (nicht van Vondel) met Guilbert de Flines op
20 April 1636.

De verzameling kleederdrachten werd aanzienlijk vermeerderd door een geschenk
van den heer W. S. Burger te Antwerpen, bestaande uit uniformen en costumes.

Van den heer A. A. Ganderheijden, te Hilversum, verkreeg het Museum een
belangrijke partij dameskleeren uit de 18de eeuw.

Met bijzondere voldoening wordt melding gemaakt van het geschenk van den
heer Otte Blohm uit Hamburg, die zijne belangstelling, na een bezoek aan de ceramiek-
verzameling, toonde door het geven van een schaal van Saksisch porcelein, een exemplaar
van de vroege periode van 1723—1830.

Van de vermeerderingen door aankoop valt in de eerste plaats te vermelden een zeer
belangrijke partij middeneeuwsche weefsels, welke vele gapingen in de verzameling kwam
aanvullen. Een fragment van een Byzantijnsche zijden stof, eenige zeer fraaie producten
van de Arabische weefkunst in Spanje, voorbeelden van de Siciliaansche weverij uit de
14de eeuw, een paar zijden Koptische weefsels, brengen er toe bij, in het tentoongestelde
de ontwikkeling van het ornament uit het Oosten, in Spanje en in Italië te doen uitkomen.

De meubel-serieën werden aangevuld door een paar Florentijnsche stoelen uit de
zestiende eeuw, waaronder een armstoel met rechte rug- en armleuningen als de voorlooper
onzer vroeg zeventiende-eeuwsche stoelen is aan te merken, door een klein draaibaar
tafeltje, eveneens Florentijnsch werk en door twee Fransche meubelen uit de 18de eeuw;
een fauteuil uit den tijd van het Regentschap en een dressoir, stijl Lodewijk XVI, van
mahoniehout met gebeeldhouwde en vergulde lijsten en kapiteelen.

208
 
Annotationen