DOI issue:
Nr. 5
DOI article:Gelder, H. E. van: Iets over Barthold van Bassen, ook als bouwmeester van het Koningshuis te Rhenen
DOI Page / Citation link: https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0246
renaissance-architectuur-stukken x), — in welk milieu Esaias van de Velde meermalen niet
minder weelderig zich voordoende personen schilderde. Er is wat zuidelijke overdadig-
heid in, welke zijn vermeende Antwerpsche afkomst kan verraden. Maar juist dit moest
hem aantrekkelijk doen zijn voor de prachtlievende Bohémiens — sit venia verbo : het is
in elke duiding juist! — voor wie geen schittering glanzend, geen overdaad overdadig
genoeg kon zijn, zoolang zij zich — van andermans geld — vrijelijk konden laten gaan.
Wij vinden van Bassen dan ook in dien kring terug. Onder de van hem bekende
schilderijen immers is er een: »de koning en koningin van Bohemen in het publiek
spijzende”, als pendant van een stuk, dat het Engelsche koningspaar in hetzelfde geval
afbeeldt. Dit schilderij 1 2 3), dat wij om een staaltje van zijn kunst te geven hierbij repro-
Het Boheemsche koningspaar in het openbaar spijzende, naar een schilderij van B. v. Bassen.
duceeren, geeft een gefantaseerd vertrek, en was waarschijnlijk alleen gemaakt om den
hoogen rang der voorgestelden duidelijk te doen uitkomen.
Met een tweede stuk is dat echter anders gesteld. Dat geeft ook fantasie, maar
niet in elk opzicht, immers het vertoont ontwijfelbaar nauwkeurig den Rhenenschen toren
en kerk. Ook van dit schilderij kan ik hierbij een reproductie 3) geven waarop men vóór
den toren, doch in precies dezelfde situatie als waarin het werkelijke Koningshuis lag, een
1) Zie over zijn schilderkunst H. Jantzen: Das Niederlandische Architecturbild, Leipzig 1910
blz. 58 en vlg.; Dr. A. Bredius heeft in het Haagsche Jaarboekje 1894, blz. 84 en vlg. enkele bijzon-
derheden over v. B.’s werk en leven medegedeeld.
2) Het hangt op Hampton Court.
3) Ik vond eene |aanwijzing er voor in de aanteekeningen van Dr. Hofstede de Groot; de
directeur van het Museum te Kopenhagen, K. Madsen was zoo welwillend mij een foto te verschaffen.
Het schilderij hangt thans in de particuliere collectie v. Barnekow te Kopenhagen.
235
minder weelderig zich voordoende personen schilderde. Er is wat zuidelijke overdadig-
heid in, welke zijn vermeende Antwerpsche afkomst kan verraden. Maar juist dit moest
hem aantrekkelijk doen zijn voor de prachtlievende Bohémiens — sit venia verbo : het is
in elke duiding juist! — voor wie geen schittering glanzend, geen overdaad overdadig
genoeg kon zijn, zoolang zij zich — van andermans geld — vrijelijk konden laten gaan.
Wij vinden van Bassen dan ook in dien kring terug. Onder de van hem bekende
schilderijen immers is er een: »de koning en koningin van Bohemen in het publiek
spijzende”, als pendant van een stuk, dat het Engelsche koningspaar in hetzelfde geval
afbeeldt. Dit schilderij 1 2 3), dat wij om een staaltje van zijn kunst te geven hierbij repro-
Het Boheemsche koningspaar in het openbaar spijzende, naar een schilderij van B. v. Bassen.
duceeren, geeft een gefantaseerd vertrek, en was waarschijnlijk alleen gemaakt om den
hoogen rang der voorgestelden duidelijk te doen uitkomen.
Met een tweede stuk is dat echter anders gesteld. Dat geeft ook fantasie, maar
niet in elk opzicht, immers het vertoont ontwijfelbaar nauwkeurig den Rhenenschen toren
en kerk. Ook van dit schilderij kan ik hierbij een reproductie 3) geven waarop men vóór
den toren, doch in precies dezelfde situatie als waarin het werkelijke Koningshuis lag, een
1) Zie over zijn schilderkunst H. Jantzen: Das Niederlandische Architecturbild, Leipzig 1910
blz. 58 en vlg.; Dr. A. Bredius heeft in het Haagsche Jaarboekje 1894, blz. 84 en vlg. enkele bijzon-
derheden over v. B.’s werk en leven medegedeeld.
2) Het hangt op Hampton Court.
3) Ik vond eene |aanwijzing er voor in de aanteekeningen van Dr. Hofstede de Groot; de
directeur van het Museum te Kopenhagen, K. Madsen was zoo welwillend mij een foto te verschaffen.
Het schilderij hangt thans in de particuliere collectie v. Barnekow te Kopenhagen.
235