Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 4.1911

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Het "Voorloopig Verslag" over monumentenzorg en museumbeheer
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19800#0281
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
over de voor hun museum bestemde gelden moeten houden als zij
thans hebben, en vóór alles inmenging van het Departement ter zake
van de besteding der fondsgelden moet worden vermeden1).

Jaarverslag 1910 der Rijks Monumenten-Commissie. — Over den stand der werk-
zaamheden kan het volgende worden medegedeeld:

De Voorloopige Inventarissen der provinciën Utrecht en Drente zijn gedrukt en
uitgegeven.

De herziening van den door Mr. Overvoorde bewerkten voorloopigen inventaris
der provincie Zuidholland is ten einde gebracht. Het heeft den Secretaris echter aan tijd
ontbroken om dezen inventaris persklaar te maken vóór het vertrek van den bewerker
naar het buitenland, zoodat diens terugkeer wordt afgewacht alvorens het boekje gedrukt
kan worden.

De voorloopige inventaris der provincie Gelderland is zóó ver gevorderd, dat met
de herziening kan worden begonnen.

Een aanvang is gemaakt met de inventarisatie der provincie Groningen.

Voorts zijn thans geheel of gedeeltelijk bewerkt: de provinciën Noordbrabant,
Zeeland, Overijsel en Limburg.

Van de geïllustreerde beschrijving der monumenten in de voormalige Baronie van
Breda is de grootste helft afgedrukt.

Met het verzamelen van gegevens voor een tweede deel, de geïllustreerde beschrijving
der monumenten in den Bommeler- en den Tielerwaard, is voortgegaan.

Omtrent verdere werkzaamheden, schrijft de commissie o. a. : »De studie van de
geschiedenis der Nederlandsche bouwkunst wordt ten zeerste bemoeilijkt, doordien op-
metingen van oude Nederlandsche bouwwerken bijna geheel ontbreken, intusschen bestaat
er, zoowel voor onderwijsdoeleinden, als voor wetenschappelijk onderzoek, zóózeer behoefte
aan opmetingen van Nederlandsche bouwwerken, dat elke uitgave, die hieraan eenigszins
tegemoet zou komen, van groot belang moet worden geacht. De Rijkscommissie heeft
gezocht naar een middel om in deze leemte althans eenigermate te voorzien en is daarbij
tot het volgende besluit gekomen.

Indertijd zijn door de zorgen van het opgeheven College van Rijksadviseurs op
kosten van het Rijk opmetingen van een aantal belangrijke oude gebouwen fotolitho-
grafisch gereproduceerd. Het College was voornemens deze uit te geven, maar het is
daartoe nimmer gekomen, en zoo ligt bijna de geheele oplage van deze prenten nog steeds
in magazijn. De Commissie nu is van oordeel, dat de uitgave van deze af beeldingen veel nut
zou kunnen stichten. Wel is het haar bekend, dat verschillende der opmetingen, niet zóó
nauwkeurig zijn als eigenlijk gewenscht is, maar zij kan hierin geen voldoende reden

1) Wij spatieeren. De «sommige leden” maken zich ten onrechte ongerust: de door den Bond
aangenomen stellingen eischen ook die «vrijheid” en willen evenmin van die »inmenging” weten. (Red.).

270
 
Annotationen