Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 6.1913

DOI issue:
Nr. 2
DOI article:
Hoogewerff, Godefridus J.: Mededeelingen omtrent de zorg voor de monumenten en kunstschatten in Italie, [1]
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.19802#0081
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
tegen denzelfden prijs, die in het contract van overdracht was vastgesteld. Dit recht moet
binnen twee maanden na de gedane kennisgeving worden uitgeoefend, welke termijn tot
vier maanden kan worden verlengd, als de regeering door de gelijktijdige verwerving
van meerdere zaken niet terstond de gelden beschikbaar mocht hebben om tot aankoop
over te gaan. Gedurende den genoemden termijn mag tot uitvoering van het contract
van overdracht niet worden overgegaan.

Art. 7. — De monumenten of kunstvoorwerpen, die door onvoldoende verzorging
schade lijden of dreigen te lijden, kunnen, wanneer de eigenaar of bezitter binnen een
termijn hem door den minister van openbaar onderricht aangegeven niet in de noodige
restauraties voorziet, onteigend worden.

De onteigening kan geschieden, behalve ten behoeve van den Staat, ook ten behoeve
van provincies en gemeenten, of ook ten behoeve van andere lichamen, die rechts-
persoonlijkheid bezitten en zich ten doel stellen voorwerpen, welke van artistiek of
historisch belang zijn, te conserveeren (»ai fini della cultura e del godimento pubblico”).

Art. 8. — »Van alle zaken, welke in dier mate historisch, archeologisch of artistiek
belang hebben, dat hun uitvoer ernstig nadeel zou meebrengen voor de geschiedenis, de
archaeologie en de schoone kunsten, is de uitvoer uit het koninkrijk verboden.”

De eigenaar of bezitter, welke voorwerpen als onder art. 1 bedoeld wenscht uit
te voeren, moet daartoe aan het Bureau van Uitvoer verlof vragen, door welk bureau
drie zijner functionarissen ad hoe zullen aangewezen worden, om uit te maken, of de
bewuste voorwerpen van dien aard zijn, dat hun uitvoer om redenen als voornoemd
verboden is.

In geval van twijfel van de zijde van het Bureau of in geval van verzet van de
zijde van den aanvrager wordt de beslissing overgelaten aan den »consiglio superiore
dell’antichita e delle belle arti.”

Art. 9. — »Binnen een termijn van twee maanden, die tot vier maanden verlengd
kan worden, wegens redenen als boven onder art. 6 omschreven, kan de regeering het
tot uitvoer aangewezen voorwerp voor zich verwerven. De aankoop zal geschieden tegen
den prijs, die door den uitvoerder was bedongen. Het voorwerp zal gedurende den
genoemden termijn door de zorg van de regeering worden bewaard.”

Als zich zaken voordoen, waarvan de uitvoer krachtens het voorgaande artikel
verboden is, en de regeering wenscht tot aankoop daarvan te geraken, dan is zij bevoegd,
— in geval er termen zijn den prijs te hoog, d. i. te »Amerikaansch” te achten, — om
door een commissie van bevoegden te doen vaststellen, welke waarde aan het betrokken
voorwerp binnen de grenzen van het koninkrijk Italië toegekend moet worden. Wanneer de
partijen met deze bepaalde waarde geen genoegen nemen, d. w. z. wanneer de eigenaar
het voorwerp voor de bepaalde som niet wil afstaan, of wanneer de regeering voor dien
prijs tot den aankoop niet wenscht over te gaan, dan wordt gezegd voorwerp weder aan
den eigenaar teruggegeven, met de verplichting echter, dat hij het nimmer zal uitvoeren en
voorts zal doen bewaren volgens de normen bij de tegenwoordige wet bepaald. De commissie

70
 
Annotationen