Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Byvanck, Alexander W.: Nederlanders in de "Grotte": Naschrift
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0087
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
ander, dat ook na de publikatie der namen nog belangstelling verdient. Bovendien dank
ik een enkele mededeeling aan Dr. Weege te Halle en vele belangrijke inlichtingen aan
Dr. G. I. Hoogewerff te Rome. Dr. Hoogewerff was in den zomer van 1913 in de grotte,
maar meende van een bericht te moeten afzien, omdat Dr. Weege zelf een publikatie
voorbereidde.

Opmerkelijk is de groote belangstelling der Nederlanders voor de grotte in de
tweede helft der 16de eeuw. Uit dezen tijd en uit het einde der 18de eeuw stammen de
meeste namen der bezoekers. Zijn in de tweede periode de Duitschers naast de Italianen
het talrijkst, in de eerste periode zijn de namen van Nederlanders verreweg in de meer-
derheid. Behalve Italianen vindt men alleen de namen van Pierre Jacques uit Reims, die
tusschen 1572 en 1577 in Rome werkzaam was en van wien een schetsboek is bewaard
gebleven (uitgegeven door S. Reinach, Paris 1902), en van den overigens onbekenden
schilder Laurens Bachot uit Parijs in 1571.

Aan de door Prof. Six medegedeelde namen kan ik nog het volgende toevoegen.

Cornelis Loots van Me .... — Deze naam komt voor in een »libro dei conti” in
het archief van Santa Maria in Campo Santo dei Tedeschi te Rome (G. I. Hoogewerff,
Bescheiden in Italië omtrent Nederlandsche kunstenaars en geleerden, II, R. G. P. kl.
serie 12, ’s Gravenhage 1913, blz. 307—309). In 1575 schonk hij een bijdrage en in 1576
ontving hij geld voor schilderwerk. Hier blijkt nu, dat hij afkomstig was uit Mechelen
of misschien uit Medemblik. Overigens is van hem niets bekend.

Dierck Winant van Deventer. — Deze naam is door Dr. Weege in zijn publikatie
vergeten. Naast dezen naam staat Hans van Deventer. Blijkbaar zijn de twee stadge-
nooten te zamen in de grotte doorgedrongen. Bij Bertolotti (Artisti Belgi ed Olandesi a
Roma, Firenze 1880, blz. 48) vindt men, dat een »Teodorico Fiammingo” in het jaar
1552 te Rome was, een »Teodoro pittore Fiammingo” in 1556 en een «Teodoro scultore
Fiammingo” in 1573. Een «Maestro Teodoro Fiamingonella strada del Corso” werd tusschen
1580 en 1604 ingeschreven in het «Libro degli introiti” van de Accademia Romana di
San Luca (Hoogewerff t. a. p. blz. 26). Misschien was een van hen de bezoeker der
grotte, maar de naam Dirk was in de Romeinsch-Nederlandsche schilderswereld zeker
even algemeen als in het vaderland.

Francesco Gandis 1587. — Dr. Weege plaatste dezen naam bij de onbekenden,
misschien is hij een Gentenaar.

Francisco de Hollanda. — Dat hij in de grotte was, blijkt uit zijn schetsboek in
het Escuriaal, gedurende zijn verblijf te Rome in 1538 en 1539 vervaardigd. Zijn vader,
miniatuurschilder van beroep, was een Nederlander, maar hij zelf is geheel Portugeesch
(J. de Vasconcellos, Quellenschriften zur Kunstgeschichte N. F. IX, 1899).

Gabrielus Anto .... van Zierixzee. — «Gabriele pittore Fiammingo dimorante al
Corso” was in 1571 te Rome (Bertolotti t. a. p. blz. 53).

Hans Hassolt 1559 en Hans Vogel 15 ... — Dr. Weege rekent hen tot de Duitschers,

74
 
Annotationen