Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:
Ligtenberg, Raphael: De grafmonumenten in de Groote Kerk te Breda
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0156
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Toch willen wij wijzen op de afbeelding in »Grand Théatre Sacré du Duché de Brabant” x)
van een monument, dat eertijds in den kooromgang der Kathedraal van Mechelen stond
en opgericht was voor zekeren Van Hoelen, gezegd Mirabelle, en diens vrouw Maria
van Ghistelles (zie fig. 7). Volgens het opschrift overleed die van Moeien 9 Augustus 1375
en Maria op 10 Maart 1425 ~). Het grafteeken werd op stadskosten besteld en het beeldwerk
ervan opgedragen aan Jan Keldermans, den oudsten vertegenwoordiger van dit kunstenaars-
geslacht, in 1391 of 1392; maar de polychromie is eerst in 1415 of 1416 uitgevoerd1 2 3).

De versiering in dit monument komt treffend met die der tombe te Breda overeen:
de medaillons met vierpassen en wapenschilden vinden we op beide in gelijke vormen en in
gelijk aantal. De pilaster in het midden van
het front zal te Mechelen evenmin gestaan
hebben als te Breda, waar, volgens de prenten
van Erlinger en Immink, zich nochtans óók
een pilaster moest bevinden. Zulke ornamenten
immers kende, of gebruikte althans, de gothische
tijd niet; ook laat de structuur der tombe die
niet toe: de voorwand toch is uit vijf platen
zóó te zamen gezet, dat de fijne versiering der
zwikken in één onverdeeld stuk kon gekapt
worden, en dat tevens de voegen tusschen de
platen — boven en onder het midden der
medaillons — tot de voor het oog minst merk-
bare afmetingen werden teruggebracht. — Om-
gekeerd zal de afwezigheid van elk ornament
in de- zwikken tusschen de medaillons op de
teekening der Mechelsche tombe, geen bewijs
kunnen zijn voor de afwezigheid ervan op
het monument zelf. Een onderzoek naar de
fragmenten in de sousterrains van het Cinquan-
tenaire te Brussel leidde tot geen resultaat.

Of nu de tombe van Mechelen, die, in
1391 of ’92 begonnen, zeker wel in 1393 of ’94 gereed is gekomen, tot model heeft
gediend van die te Breda, welke in Jan’s sterfjaar 1394 zal besteld geweest zijn? En of
verder dezelfden Keldermans, die het beeldhouwwerk voor het monument van Mirabelle

1) Tom. I, pag. 48.

2) Volgens »Grand Théatre enz.” t. a. p., overleed Van Hoelen in 1405 en is de tombe derhalve
uitgevoerd tijdens het leven van beide echtgenooten. Dit lijkt onwaarschijnlijk omdat het op stads-
kosten geschiedde.

3) Zie »Annales d. 1. Société d’Arch. de Bruxelles”, VIII, p.p. 63—64. Cfr. Em. Neefs: »Hist.
d. 1. peinture et d. 1. sculpture a Malines” II, p. 15.

143
 
Annotationen