Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Hoogewerff, Godefridus J.: De zorg de monumenten en kunstschatten in Italië
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0185
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
den Minister van Onderwijs de noodige voorstellen zal doen, tevens een plan overleggende
van de maatregelen die tot verbetering vereischt zijn.”

»Op gelijke wijze zal de superintendent handelen in gevallen, waarin de achteruitgang
eener zaak tot zijn kennis is gekomen, vóórdat hij de mededeeling van het administreerende
bureel ontving.”

»Van wege het Ministerie van Onderwijs wordt beslist aangaande de voorstellen,
door den superintendent gedaan. Wanneer het gaat om zaken, die onder beheer staan
van andere administraties, dan zal de Minister aan deze mededeeling doen van het door hem
goedgekeurde plan, opdat dit uitgevoerd worde [van wege de betrokken administratie]
onder toezicht der superintendentie.”

»In zeer dringende gevallen kunnen de bureelen der genoemde administraties recht-
streeks maatregelen treffen, doch alleen voor zoover het geldt een onmiddellijk dreigend
gevaar weg te nemen. Elk geval wordt terstond ter kennis gebracht van het Ministerie
van Onderwijs. Evenzoo, wanneer het zaken betreft, die onder het beheer van het Ministerie
van Onderwijs zelf staan, zal de superintendent in de genoemde gevallen gemachtigd zijn
rechtstreeks te voorzien, om vervolgens aan het Ministerie verslag uit te brengen.”

Art. 3. — »Wanneer regeerings-bureelen voornemens zijn aan de onroerende
goederen, welke onder hun beheer staan eenigerlei verandering aan te brengen, zullen zij
daarvan het Ministerie van Onderwijs in kennis stellen en de opgemaakte plannen bij
den superintendent (ter beoordeeling) inzenden.”

»Het Ministerie kan zijn goedkeuring aan het ingezonden plan onthouden, wanneer
blijkt, dat de voorgestelde werken schadelijk zijn of op eeniger wijze het karakter en de
belangrijkheid der betrokken zaak zullen wijzigen.”

»Het Ministerie is bevoegd de plannen na onderzoek terug te wijzen en andere
te doen opmaken door de superintendenties.”

»Op gelijke wijze zal gehandeld worden, wanneer het herstellingen betreft, of ook
enkel verwijderingen, aan roerende goederen; behalve, wat het laatste aangaat, de werkelijk
dringende gevallen.”

x\rt. 4. — »Op voorstel van den superintendent, gehoord — in meer gewichtige
gevallen — de provinciale commissie voor de zorg der monumenten en de »consiglio
superiore per le antichita e le belle arti”, zal vanwege het Ministerie van Onderwijs de
rijks-instelling worden aangewezen, waaraan de roerende goederen kunnen worden over-
gedragen, die staats-eigendom zijn en die de regeerings-bureelen [ook de musea] niet
meer kunnen of niet meer willen bewaren.”

§ 2. — Over de rijks-verzamelingen.

Art. 5 en 6 handelen over de staatsverzamelingen en musea, hoe zij beheerd
moeten worden en op welke wijze de superintendenties over deze verzamelingen toezicht
hebben uit te oefenen. Vooral het »in hoever” is in dezen een gewichtig punt, dat echter
nog niet voldoende is geregeld. Geschillen tusschen superintendenties en directies liggen
voor de hand en hebben zich dan ook reeds meermalen voorgedaan. Op andere plaatsen

172
 
Annotationen