DOI Heft:
Inhoudsopgave
DOI Artikel:Korte berichten
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0217
lusttuin van ’s Konings paleis te Bangkok. De Boeddha’s werden met grooten praal
bijgezet op de tinnen van de Wat Phra Kea, de zg. Gouden Pagode.
De heer Van der Kemp schrijft onder het bericht van den heer Van Erp: »Het
is mij te machtig om er verder nog iets van te zeggen”
In de dagob, bij het hoogste beeld, offerde de Koning bloemen, na de volgens
zijn leer gebruikelijke sembah gemaakt te hebben. Dat was niet meer dan beleefd, na
zulk een succes. _ N. R. Ct.
Valsche antiquiteiten. — Door Jhr. J. L. Mock te Santpoort werd ons een uitvoerig
artikel gezonden, waarin gewezen wordt op de vele falsificaties, die tegenwoordig op de
veilingen als echt worden aangeboden. Dit artikel is te uitvoerig om in zijn geheel te
plaatsen. Wij ontleenen hieraan het volgende:
In de veiling F. Muller te Amsterdam van 13 Mei 1914 werd als «Superbe pièce”
een rijk gesneden koffertje van het Hoogheemraadschap der Hondsbossche Zeeweeringen
bij Petten verkocht als 17de eeuwsch werk. Het was in den catalogus afgebeeld. Het
werd voor Dordtsche rekening gekocht voor 470 gulden en opgeld == ƒ 517.
Volgens Jhr. Mock is het echter tusschen 1880 en 1885 gemaakt door een zekeren
van Eeden, die in 1889 te Amersfoort woonde. Deze sneed het naar een doek met
dezelfde voorstelling, welke hij op de rommelmarkt te Haarlem had gekocht. Er werden
door hem drie dergelijke koffertjes gemaakt, waarvan er een door hem werd verkocht
aan Mr. Just Enschedé te Haarlem en een aan den Heer Jacobi, eigenaar van hotel
Fünckler te Haarlem. Het derde kistje werd tevergeefs aangeboden aan Dr. Ekama te
Haarlem en is waarschijnlijk hetzelfde, dat in 1913 aan Jhr. Mr. H. Gevers van Marquette
werd aangeboden. Het hout van de kistjes was zoogenaamd oud gemaakt door het met
een vijlenborstel te borstelen en verder was de illusie verhoogd door gebruik te maken
van oude hengsels en sloten.
Het is helaas geen zeldzaamheid dat kooplui in antiek menig zoogenaamd oud
stuk verkoopen, dat jonger is dan de bankbiljetten, die zij ervoor weten te bedingen, en
ieder ingewijde weet, dat ook op veilingen voorzichtigheid is aan te bevelen. Slechts
zeldzaam echter kan met zekerheid de fabrikant van het nieuw-oud worden aangewezen
gelijk hier en bij de indertijd door den Heer Hoynck van Papendrecht terecht gesigna-
leerde voortbrengselen uit de fabriek van den antiquair Wernink te Leiden.
Dr. F. D. K. Bosch te Leiden is benoemd tot adjunct-oudheidkundige bij den
oudheidkundigen dienst in Ned. Indië.
Wegens de werkzaamheden van den Secretaris in het belang van het Roode Kruis,
verzocht hij het verslag van de algemeene vergadering te Breda uit te stellen tot eene
latere aflevering van het Bulletin. In verband hiermede worden ook de bij dit verslag
behoorende stukken eerst later geplaatst.
204
bijgezet op de tinnen van de Wat Phra Kea, de zg. Gouden Pagode.
De heer Van der Kemp schrijft onder het bericht van den heer Van Erp: »Het
is mij te machtig om er verder nog iets van te zeggen”
In de dagob, bij het hoogste beeld, offerde de Koning bloemen, na de volgens
zijn leer gebruikelijke sembah gemaakt te hebben. Dat was niet meer dan beleefd, na
zulk een succes. _ N. R. Ct.
Valsche antiquiteiten. — Door Jhr. J. L. Mock te Santpoort werd ons een uitvoerig
artikel gezonden, waarin gewezen wordt op de vele falsificaties, die tegenwoordig op de
veilingen als echt worden aangeboden. Dit artikel is te uitvoerig om in zijn geheel te
plaatsen. Wij ontleenen hieraan het volgende:
In de veiling F. Muller te Amsterdam van 13 Mei 1914 werd als «Superbe pièce”
een rijk gesneden koffertje van het Hoogheemraadschap der Hondsbossche Zeeweeringen
bij Petten verkocht als 17de eeuwsch werk. Het was in den catalogus afgebeeld. Het
werd voor Dordtsche rekening gekocht voor 470 gulden en opgeld == ƒ 517.
Volgens Jhr. Mock is het echter tusschen 1880 en 1885 gemaakt door een zekeren
van Eeden, die in 1889 te Amersfoort woonde. Deze sneed het naar een doek met
dezelfde voorstelling, welke hij op de rommelmarkt te Haarlem had gekocht. Er werden
door hem drie dergelijke koffertjes gemaakt, waarvan er een door hem werd verkocht
aan Mr. Just Enschedé te Haarlem en een aan den Heer Jacobi, eigenaar van hotel
Fünckler te Haarlem. Het derde kistje werd tevergeefs aangeboden aan Dr. Ekama te
Haarlem en is waarschijnlijk hetzelfde, dat in 1913 aan Jhr. Mr. H. Gevers van Marquette
werd aangeboden. Het hout van de kistjes was zoogenaamd oud gemaakt door het met
een vijlenborstel te borstelen en verder was de illusie verhoogd door gebruik te maken
van oude hengsels en sloten.
Het is helaas geen zeldzaamheid dat kooplui in antiek menig zoogenaamd oud
stuk verkoopen, dat jonger is dan de bankbiljetten, die zij ervoor weten te bedingen, en
ieder ingewijde weet, dat ook op veilingen voorzichtigheid is aan te bevelen. Slechts
zeldzaam echter kan met zekerheid de fabrikant van het nieuw-oud worden aangewezen
gelijk hier en bij de indertijd door den Heer Hoynck van Papendrecht terecht gesigna-
leerde voortbrengselen uit de fabriek van den antiquair Wernink te Leiden.
Dr. F. D. K. Bosch te Leiden is benoemd tot adjunct-oudheidkundige bij den
oudheidkundigen dienst in Ned. Indië.
Wegens de werkzaamheden van den Secretaris in het belang van het Roode Kruis,
verzocht hij het verslag van de algemeene vergadering te Breda uit te stellen tot eene
latere aflevering van het Bulletin. In verband hiermede worden ook de bij dit verslag
behoorende stukken eerst later geplaatst.
204