Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 2.Ser. 7.1914

DOI issue:
Inhoudsopgave
DOI article:
Korte berichten
DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.19803#0280
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
aangesteld. Zijne modellen werden onderworpen aan het oordeel van Cornelis de Wael,
die te Utrecht aan het schip van den Dom bezig was.

De houten toren van 1520 werd gebouwd, misschien ook wel ontworpen door
Jacob Symonsz. van Edam.

De balustrade op de Kerstkapel, waarvan slechts een fragment over is, alsmede de doop-
kapel werden, blijkens rekeningposten, uitgevoerd door »Mr. Lieven”, waarschijnlijk de Key.

De consistoriekamer, in 17de-eeuwsche Gothiek opgetrokken, is aan Salomon de
Bray te danken.

In 1574 kreeg de kerk een nieuw hoofdaltaar. Het achterstuk hiervan bestaat
nog. De aannemer was »meester Joost van Amsterdam”, vermoedelijk Joost Jansz. gezegd
Bilhamer.

Halsteren. — Volgens de N. R. C. van 3 Oct. zal men dezen winter een begin
maken met het herstel der St. Quirinuskerk. De Staat heeft eenige jaren geleden de oude
kerk overgenomen, nadat door particulieren het noodige geld bijeengebracht was voor
den aankoop. In den jaargang 1902—1903, blz. 102 vv. van het Bulletin kan men uit-
voerige bijzonderheden lezen, waaruit blijkt, dat de oorspronkelijke bouw uit de 14de eeuw
dagteekent. Hiervan zijn nog over het benedendeel van den toren en van het choor. In
de tweede helft der 15de eeuw werd de kerk aanzienlijk vergroot en de toren verhoogd.
Zij vertegenwoordigt een in ons land zeldzaam type, nu de overeenkomstige kerken te
Tongelre en te Lierop afgebroken zijn en die te Nuland-Geffen verbouwd is.

Haren (Gr.) — De toren der Ned. Herv. kerk is gerestaureerd. In den Gron.
Volksalmanak van 1899 vindt men over dezen toren vermeld, dat hij door herhaalde
herstellingen en vernieuwingen zijn architectonische waarde verloren en ten slotte zelfs
zijn spits of helm er bij ingeschoten had, die door een »steil” dak vervangen was.
Blijkens de aan twee zijden overgebleven klimnissen eindigde hij vroeger in vier topgevels,
waaruit zich de achtkante spits ontwikkelde.

Blijkbaar is de toren thans in overeenstemming hiermede hersteld, en van een
veel steiler dak in den vorm eener Gothische spits voorzien. Maar men mag vragen, of
tegenover de herwonnen architectonische waarde het opofïeren van den stompen dakvorm,
die zich zoo goed aansloot bij de omgeving en bij de in die streek veelvuldige zadeldak-
torens, en die het in het landschap zoo goed deed, niet een verlies beteekent. Bij het
herstellen van naburige torens als b.v. te Anloo, Noordlaren en Vledder, heeft men de
zadeldaken behouden.

Het schijnt, dat »Heemschut” een — vergeefs — protest ingediend heeft. H.

St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch. — Blijkens het verslag over de herstellingen in
1913 aan de St. Janskerk te ’s-Hertogenbosch zijn de werkzaamheden aan de zuidoostzijde
van het hangkoor voortgezet; zij betroffen de herstelling van twee travée’s met de daarbij

267
 
Annotationen