DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.8175#0019
Pag: 9,
Wetten voorschrijst, end' anderedaztSalomon bidt en ossert , met dus-luy-
dende Versenvan/. vanVondeL
T>aar Salomons (jebedt en Ojjer (jodt behaagen >
Wordt hem de Wijjheyt 's nachts beloost uyt 's Hemels Throon,
e5V/et eenen l^ij^dom, eery en veelge^enjie daagen:
Waar wijsheyt raaden mach, daar Jpant de Staat de kroon»
Eyndelijkvolght de Juftitie-kamer, daarmen op witte Marmere Ghe-
rechts-lwaardcn treedt, alwaar de Gherechtigheydt iü't kooper boven dé
deur ftaat > desnachts hebben de Burgers Adelborften aldaar de wacht.
En als oo de Galderyenrontom gaande, heefimen om boven te komen
in haare vier hoeken, de trappen, die voor vermeit zijn: de trap aan de
Ooft-zyde ten Noorden, brenght ons tot de CommiftarhTen van de Huuw-
lijkfesaakenenlnjurien, de Commiffariflen van de Zee-rechten en Mid-
<1 elantfche Zee: hier voorby na boven treedende,heeft men de Galderyen,
die rontom Kamers en Vertrecken gaan , bequaam tot Wapenen , en
dienft des Stadthuys > op de andere trappen gaat men van gelijken boven
tot defe Galderyen. Ten Weften boven de Scheepens Kamer, heeft men
de groöte en rijkelijkeKrijghs-Raadt-zaal, en haare Vertrekken, heerlijk
met konftige cieraaden ge^iert.
Eyndelijk, alles is in dit heerlijk Gheböuw, jaa selss van de Grondt as, tot
'et bovenfte vande Kap toe, foo van binnen als van büyten, met alle haare
behoorlijke cieraaden, foo volkoomen na de Bouw-kunfts ordre uyt ghe*
wrocht, dat'et vry is van allen berifperen anghel.
Alhier heest het Burgherlijk«^l>iet. dat geene tiranny leyderi magh, sijn
stoel verheeveri,en alwaer de Burger-Heercn, als op eenhóógen burgh van
Vryheyt nu hcerfchèn,leydende de Gemeente met eenen soeten en fachten
toom,gelijk rechte Vaders des Vaderlandts betaamt: alsoo dat defe Stadt *
door den zegen van boven, en hun gesagh, van tijdt tot tijdt haer kroon
voltrekken,en als Ceder-boom en hooger en hooger wafsen fel. Gelukkigh
voorwaar mach men soo een Volk noemen, die fulke Burgher-Vaders tot
haar Hoosden hebben, die alle saaken, soo hooge als laage voorflchtighlijk
weeten te bestieren, tot wel-vaaren van't ghemeene best, èn voorstant der
Ingefetenem waarom zy ook ghedurige eere waardigh zijn.
En om te eyndigen,wenfche ik nevens denHeyl-wenfch van dien grooten
Consiantijn Huygens, dat Godt zijn zeegen over haar, in dit heerlijk Gebouw
wil uytstorten, ten eynde al 't geene daar gedaan en bcssooten wordt, magh
strekken tot voorstant van 't ghemeene best, welvaaren van onse Stadt, bi^
ichermingh der Vroomen^n straf der Boosen*
Celuck
C
Wetten voorschrijst, end' anderedaztSalomon bidt en ossert , met dus-luy-
dende Versenvan/. vanVondeL
T>aar Salomons (jebedt en Ojjer (jodt behaagen >
Wordt hem de Wijjheyt 's nachts beloost uyt 's Hemels Throon,
e5V/et eenen l^ij^dom, eery en veelge^enjie daagen:
Waar wijsheyt raaden mach, daar Jpant de Staat de kroon»
Eyndelijkvolght de Juftitie-kamer, daarmen op witte Marmere Ghe-
rechts-lwaardcn treedt, alwaar de Gherechtigheydt iü't kooper boven dé
deur ftaat > desnachts hebben de Burgers Adelborften aldaar de wacht.
En als oo de Galderyenrontom gaande, heefimen om boven te komen
in haare vier hoeken, de trappen, die voor vermeit zijn: de trap aan de
Ooft-zyde ten Noorden, brenght ons tot de CommiftarhTen van de Huuw-
lijkfesaakenenlnjurien, de Commiffariflen van de Zee-rechten en Mid-
<1 elantfche Zee: hier voorby na boven treedende,heeft men de Galderyen,
die rontom Kamers en Vertrecken gaan , bequaam tot Wapenen , en
dienft des Stadthuys > op de andere trappen gaat men van gelijken boven
tot defe Galderyen. Ten Weften boven de Scheepens Kamer, heeft men
de groöte en rijkelijkeKrijghs-Raadt-zaal, en haare Vertrekken, heerlijk
met konftige cieraaden ge^iert.
Eyndelijk, alles is in dit heerlijk Gheböuw, jaa selss van de Grondt as, tot
'et bovenfte vande Kap toe, foo van binnen als van büyten, met alle haare
behoorlijke cieraaden, foo volkoomen na de Bouw-kunfts ordre uyt ghe*
wrocht, dat'et vry is van allen berifperen anghel.
Alhier heest het Burgherlijk«^l>iet. dat geene tiranny leyderi magh, sijn
stoel verheeveri,en alwaer de Burger-Heercn, als op eenhóógen burgh van
Vryheyt nu hcerfchèn,leydende de Gemeente met eenen soeten en fachten
toom,gelijk rechte Vaders des Vaderlandts betaamt: alsoo dat defe Stadt *
door den zegen van boven, en hun gesagh, van tijdt tot tijdt haer kroon
voltrekken,en als Ceder-boom en hooger en hooger wafsen fel. Gelukkigh
voorwaar mach men soo een Volk noemen, die fulke Burgher-Vaders tot
haar Hoosden hebben, die alle saaken, soo hooge als laage voorflchtighlijk
weeten te bestieren, tot wel-vaaren van't ghemeene best, èn voorstant der
Ingefetenem waarom zy ook ghedurige eere waardigh zijn.
En om te eyndigen,wenfche ik nevens denHeyl-wenfch van dien grooten
Consiantijn Huygens, dat Godt zijn zeegen over haar, in dit heerlijk Gebouw
wil uytstorten, ten eynde al 't geene daar gedaan en bcssooten wordt, magh
strekken tot voorstant van 't ghemeene best, welvaaren van onse Stadt, bi^
ichermingh der Vroomen^n straf der Boosen*
Celuck
C