Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 2.1889

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.24586#0352
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
BOEKENKEN NIS.

325

ring in Belgie in ’t algemeen. Het zoude een wezenlijk groote
dienst zijn, die daardoor aan de nederlandsche kunstgeschiedenis
wierd bewezen, •

Wij sluiten ons bij dien wensch van ganscher harre aan. De
gedachte van te protesteeren tegen de Plaesteraers is altoos eene
der liefste van de Dietsche Warande geweest. Wij eindigen daarom
dit kleine overzicht met de woorden reeds in het jaar 1889 bl. 23
in de Warande ged.rukt, tegen allen die den valschen schijn in
de sehe one kunst boven de natuur verkiezen, en die de kale, witte
kalk der muren, vvegens.hunne properhtid, den voorrang geven
boven de kleuren die ’t beeid zijn van het leven der heiligen of
helden die er door worden voorgesteld .

Jan Dingelsche namelijk, een dichter der vijftiende eeuw schrijft
aldus :

« Van allen luden, noch soo crachtich

Wevers, volders, scere no backers

Maar die rneeste Heren sijn die piackers.

Möge het schoone werk van den heer van den Gheyn rijke vi uch-
ten dragen en de Heeren piackers eens goed helpen opruinun.

Paul Alb. Th.

Het Klooster ten Walle en de abdij van Den Groenen Briel.

Stukken en oorkonden, verzameld en uitgegeven door V, vander
Habghen\ archivaris der stad Gern. af reeks, n° 7. Gent, boekdruk-
kerij C. Annoot-Braeckman, opvolger Ad. Koste, 1888.

Simoen van Haie en Tsabella zijne geselnede stunden hunne
aloude woning Sanderswal ter inrichting van een klooster af.

Simoen was met Jacob van Artevelde, aan Eduard III tegen
Frankrijk behulpzaam geweest, en had onrechtmatig den titel van
Reuward van Viaanderen aangenomen. Daarom l) verklaarde Lode-
wijk van Nevers in 1341 dat hij de groote devotie en de affeciie
Vi'.n onsen vorseiden ruddere ende sinen wive, onse justre mer-
chende hun toestand (dat is, in natuurlijke taal, hen, wegens
hunne vijandelijke handelmgen, dwong) hunne woning af te staan
met eene dotatie van 600 pond parisis aan het nieuwe klooster.
Dit was het Hof ten Walle.

Graaf Lodewijk wist zieh vervolgens geheel van het Hof mees-
ter te maken, en verkreeg daartoe zelfs de pauselijke goedkeuring
tegen den afstand van eene andere « siede », gelegen aan de noord-
zijde van de plaats genaamd de Groenen Briel, waaruit de nieuwe
abdij ontstond.

Van die beide kloosters berustten de archieven eerst te Rijsel,
thans te Brussel, maar vooral op het archief te Gent.

De hier door de Maatschappij der vlaamsche Bibliophilen uit-
gegeven stukken, reiken van 1280 tot 1754.
 
Annotationen