Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 3.1890

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.24588#0145
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
IETS OVER HET SCHILDEREN DER KERKEN. 135

Volgens hem was dit eene onnoodige en bijgevolg
eene overdrevene voorzorg; de onnoozele man dacht
niet dat zijne landgenooten, twee jaren later er hunne
handen op zouden willen leggen. Nu, luister wat er
gebeurde. De legerbenden der Fransche republiek maakten
zich den 25n Juni 1794 van Brugge meester, en twee
maanden later kwam er een bijzondere algevaardigde
van Parijs om al .de rijkdommen der stad en zells al
de kunstgewrochten op te eischen. De agent maakte
zich gereed om de schilderij waarvan wij spreken los
te maken, toen de deken der corporatie hem deed
opmerken, dat al de goederen der gilde belast waren,
voor schulden die zij had moeten maken. Toen men
den franschen gezant den prijs deed kennen voor
welken ze over te nemen was, hechtte hij er geen de
minste waarde meer aan. Een « nieuw » bewijs mis-
schien van het belang dat de Republiek aan de
wrerken van kunst hecht. Alzoo behield Brugge zijne
schilderij die 1439 geteekend is, en in het museum
der Academie berust.

Maar het is hier het oogenblik, het algemeen ken-
merkend karakter van de polychromie der middeleeuwen
in eemge trekken te schetsen.

In dien tijd dacht de schilder ongetwijfeld : daar
alles in de natuur leeft, en daar er bij haar niets
ongekleurd of eenkleurig is, waarom zou ik dan, evenals
de natuur, aan mijne gewrochten de verscheidenheid
van kleuren niet geven? En de beeldhouwer, die in de
kapiteelen der kolommen, in de « culs-de-lampe » de
flora van zijn land reeds overgebracht had, riep de
bevallige hulp des schilders in, om er door kleuren
 
Annotationen