i68
BOEKENKENNIS.
verschillen, enkele zijner stellingen zijn vatbaar voor tegenspraak en
wederlegging; niet alle argumenten zijn even krachtig en afdoende,
maar deze gebreken kunnen aan de groote verdiensten van het boek
geen afbreuk doen. Houdt men rekening met den uitmuntenden geest
die het bezielt, met de wetenschappelijke methode, met de keurige
en kernachtige taal, met de uitgestrekte geleerdheid, aan de beste
bronnen ontleend, komt men tot de onbestrijdbare conclusie, dat het
werk aan de eischen van onzen tijd volkomen beantwoordt, en eene
buitengewone waarde bezit. Niet alleen brengt het den lezer op de
hoogte der oude en nieuwe stelsels, het geeft de geheele historische
ontwikkeling van het stelsel, en laat hem den boom uit zijne vruchten,
het beginsel uit zijne gevolgen kennen en waardeeren.
Uitgebreide registers van zaken en personen maken het gebruik
van het boek, en het opzoeken van bijzonderheden zeer gemakkelijk.
Dr A. Dupont.
Het Raadhuis te Bolsward, door M. E. v. d. Meulen, archivaris
van Bolsward. Bolsward, K. Falkema Bz. 1896, 24 blz.
De schrijver geeft ons eene geschiedkundige beschouwing, naar de
bronnen bewerkt, van het oorspronkelijke raadhuis van Bolsward en van
dezes vernieuwing in 1893.
Dit prachtig gebouw, uit het begin der XYIle eeuw, is nogmaals een
blijvend bewijs van den vroegeren rijkdom en kunstzin der Nederlanders.
Dit weikje verdient, wegens de nauwkeurige studie, de opmerkzaam-
heid der minnen van het vak, zoowel als die van andere kunstliefhebbers.
Grondbéginselen van het Belgisch strafrecht, door Mr. de
Hoon. — Aalst, De Seyn-.Verhougstraete, 1896, in-8°, bl. I-XVI en 276.
Grondbeginselen van de Belgische strafvordering, ibidem,
idem, 1896, in-8°, bl.-376.
Bij het inzien der pas verschenen boekdeelen van Mr. de Hoon blijkt
het al dadelijk dat hij taalzuivering heeft beoogd op rechterlijk gebied; en
niet alleen taalzuivering, maar ook het nauwkeurig vaststellen der uitdruk-
kingen en benamingen, het juist onderscheiden der begrippen, door het
bezigen van woorden, met eene vaste, onveranderlijke, onbetwistbare betee-
kenis; eindelijk wilde hij streven naar eenheid, naar gemeenschap tusschen
Noord en Zuid in zake van rechtstaal.
Mr. de Hoon is hoogleeraar en substituut van den Prokureur des
konings te Brussel. Hij is het nederlandsch volkomen machtig; dus de
geschikte man om zijn drievoudig doel te bereiken.
Hoe heeft hij zijn werk aangelegd!
Hij behandelt stelselmatig het strafrecht en de strafvordering en heeft
alz'oo de gelegenheid de beteekenis der uitdrukkingen stipt te bepalen. Hij
weert de vreemde benamingen, die zoolang onze teksten ontsierden, maar
offert niet aan overdreven purisme, en behoudt, wat in onze taal burger-
recht verkregen heeft. Bij de Noordnederlandsche rechtsgeleerden heeft hij
opgezocht, wat, met het oog op onze wetgeving, in onze rechtstaal dienen
BOEKENKENNIS.
verschillen, enkele zijner stellingen zijn vatbaar voor tegenspraak en
wederlegging; niet alle argumenten zijn even krachtig en afdoende,
maar deze gebreken kunnen aan de groote verdiensten van het boek
geen afbreuk doen. Houdt men rekening met den uitmuntenden geest
die het bezielt, met de wetenschappelijke methode, met de keurige
en kernachtige taal, met de uitgestrekte geleerdheid, aan de beste
bronnen ontleend, komt men tot de onbestrijdbare conclusie, dat het
werk aan de eischen van onzen tijd volkomen beantwoordt, en eene
buitengewone waarde bezit. Niet alleen brengt het den lezer op de
hoogte der oude en nieuwe stelsels, het geeft de geheele historische
ontwikkeling van het stelsel, en laat hem den boom uit zijne vruchten,
het beginsel uit zijne gevolgen kennen en waardeeren.
Uitgebreide registers van zaken en personen maken het gebruik
van het boek, en het opzoeken van bijzonderheden zeer gemakkelijk.
Dr A. Dupont.
Het Raadhuis te Bolsward, door M. E. v. d. Meulen, archivaris
van Bolsward. Bolsward, K. Falkema Bz. 1896, 24 blz.
De schrijver geeft ons eene geschiedkundige beschouwing, naar de
bronnen bewerkt, van het oorspronkelijke raadhuis van Bolsward en van
dezes vernieuwing in 1893.
Dit prachtig gebouw, uit het begin der XYIle eeuw, is nogmaals een
blijvend bewijs van den vroegeren rijkdom en kunstzin der Nederlanders.
Dit weikje verdient, wegens de nauwkeurige studie, de opmerkzaam-
heid der minnen van het vak, zoowel als die van andere kunstliefhebbers.
Grondbéginselen van het Belgisch strafrecht, door Mr. de
Hoon. — Aalst, De Seyn-.Verhougstraete, 1896, in-8°, bl. I-XVI en 276.
Grondbeginselen van de Belgische strafvordering, ibidem,
idem, 1896, in-8°, bl.-376.
Bij het inzien der pas verschenen boekdeelen van Mr. de Hoon blijkt
het al dadelijk dat hij taalzuivering heeft beoogd op rechterlijk gebied; en
niet alleen taalzuivering, maar ook het nauwkeurig vaststellen der uitdruk-
kingen en benamingen, het juist onderscheiden der begrippen, door het
bezigen van woorden, met eene vaste, onveranderlijke, onbetwistbare betee-
kenis; eindelijk wilde hij streven naar eenheid, naar gemeenschap tusschen
Noord en Zuid in zake van rechtstaal.
Mr. de Hoon is hoogleeraar en substituut van den Prokureur des
konings te Brussel. Hij is het nederlandsch volkomen machtig; dus de
geschikte man om zijn drievoudig doel te bereiken.
Hoe heeft hij zijn werk aangelegd!
Hij behandelt stelselmatig het strafrecht en de strafvordering en heeft
alz'oo de gelegenheid de beteekenis der uitdrukkingen stipt te bepalen. Hij
weert de vreemde benamingen, die zoolang onze teksten ontsierden, maar
offert niet aan overdreven purisme, en behoudt, wat in onze taal burger-
recht verkregen heeft. Bij de Noordnederlandsche rechtsgeleerden heeft hij
opgezocht, wat, met het oog op onze wetgeving, in onze rechtstaal dienen