Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3.Ser. 10.1897

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26590#0062
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
56

DE NAVOLGING VAN CHRISTUS.

In zijn groot werk stelt Spitzen vrij beslist de
vervaardiging van het eerste boek in 1416 of 1417;
in zijne Nalezing is hij reeds minder beslist en
noemt die dagteekening slechts « zeer waarschijn-
lijk ». Aanvankelijk had ook hij de dagteekening
van den codex uit Molk als echt aangenomen; later
heeft hij, en wel op denzelfden grond als Hirsche,
doch onafhankelijk van dezen, de onvertrouwbaar-
heid van dat jaartal ingezien. Ook in zijne Nalezing
{1881) schenkt Spitzen nog vertrouwen aan de dag-
teekening 1425 van den Kirchheimer codex; prof.
Kraus doet dit nog in zijne hier besprokene ver-
handeling. Spitzen is het niet kwalijk te nemen, wijl
die dwaling destijds nog vrij algemeen heerschte;
doch prof. Kraus had D. III der Prolegomena van
Hirsche (1894) bl. 171 en v., de onvertrouwbaarheid
van dat jaartal kunnen bewezen zien. Wat meer is,
nog vóór de verschijning van dit deel hebben wij
met medewerking van Dr Pohl en Dr Hansen, archi-
varis te Keulen, het bewijs gevonden dat de codex
van Kirchheim niets anders is dan het gestolene
deel van het verminkte Augsburgsche handschrift,
door Amort in Plena ac succincta Information bl. 195,
vermeld, en de dief niemand anders zijn kan dan de
toenmalige bibliothecaris van Augsburg zelf, David
Ehinger, die naderhand naar Kirchheim verhuisde,
van waar de codex zijn dus valschen naam heeft
verkregen. Reeds in een artikel in De Wetenschap-
pelijke Nederlander (1884 n° 21) hadden wij dit als
een vermoeden uitgesproken; later gezien hebbende
dat het Augsburgsche handschrift nog heden in de
Münchner Hof- ztnd Staatsbibliothek onder de ver-
melding XVII Clm. 3591. 40 S. XV 223 f (Stadt
Augsburg) bewaard wordt, vroegen wij Dr Pohl of
 
Annotationen