Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

De Dietsche warande: tijdschrift voor kunst en Zedegeschiedenis — 3: 12.1899

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.26592#0599
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
BOEKENKENNIS.

573

Een laatste woord over de taal van het boek.

Zij is eenvoudig en klaar als het behoort, maar niet altijd vlaamsch;
hier en daar zijn er nogal volzinnen die wat beter dienden geschaafd
te zijn.

E. Vl.

Een jonge held. (Gebeurtenis uit den Boerenkrijg). Tooneelspel
in drij bedrijven met zang en muziek, door J. De YVaegenaere.
Gent, A. Siffer.

De schrijver is van Nederbrakel. "De geschiedenis speelt dus
natuurlijk op zijn dorp. Hadden wij niet honderdmaal reeds de boeren-
declamaties tegen de Fransche omwenteling gelezen of gehoord, waren
onze ooren tot verdoovens toe niet volgetuit van het gerucht van geweer-
schoten, hoornen, strijdkreten, soldatenverwenschingen en gereutel van
stervenden, zeker zou « Een jonge Held » ons meer ontroerd hebben.
Waar we zooveel gehoord en gezien hebben, zouden we iets uitstekends
willen, iets dat meer is dan goed, en dit geeft de heer De Waegenaere
ons niet. Zeker zijn stuk zit tamelijk goed ineen en het is wel geleid.
Er zijn buiten de versleten tooneelen ook aangrijpende en nieuwe
wel gevonden. Vinden wij er de gebruikelijke types van priester, overste
der patriotten, we hebben ook goedgeteekende en belangwekkende per-
sonen. De jonge Held handelt en sterft deftig.

Zijn broeder, ’t verloren schaap, komt goed en gauw terug tot inkeer
en sterft een goeden dood. En er is een rol van zwetser die een waar
model is.

L.

Wonderland, door M. E. Belpaire en Hilda Ram. Gent,
Siffer, 1899.

Dat is bereids de vijfde reeks vertellingen door de neerstige
schrijfsters verzameld : Wonderland, groeit allengskens aan tot eene
degelijke bibliotheek voor de jonkheid. De uitgave gaat niet achteruit,
integendeel. De rooskleurige omslag streelt het zicht, de namen der
medewerkers bevredigen het gemoed. De lezer gist seffens wat voor een pen
de ongeteekende stukken schreef : deze zijn het goed van de ieverige
verzamelaressen. Bijdragen van de priesters Cuppens, 1'attijn,^ van
Hée, bijdragen van de Gtave, van Wattez, mitsgaders sprookjes van
Andersen en Grimm, maken bedoelden bundel zeer verdienstelijk.

Een gedacht dat ik niet tot artikel wil uitdijen, maar dat mijn
hart mij noopt mede te deelen, zal, ofschoon vreemd aan besproken
bundel, achter den naam van gemelde dichteressen, wel geduld worden.
Orby Shipley heeft onder den titel van Carmina Alariana een boek-
deel in 8° van XXXII-461 bladzijden, eene bloemlezing, uitgegeven
van Engelands puikdichters, en wel meest der proiestantscke. Een
tweede boekdeel zal eerstdaags verschijnen. Het is een grootsch
gedenkteeken ter eere der Moeder Gods. In de Revue de Lille van
Augustus en van September jl. oppert de E. P. Marist Ragey (La
lyre anglaise au service de la Ste Vierge Marie) het voorstel eene
dergelijke verzameling te bewerken in Frankrijk, alhoewel aan dit rijm-
snoer wellicht zoo talrijke edelgesteenten niet zouden fonkelen. Laat
mij vragen of Nederland, of Vlaanderen achteruit zou blijven? Op
onzen bodem, waar bouw-, beeldhouw-, schilderkunst, eeuwen lang
wedieverden om meesterstukken tot verheerlijking van Maria te
scheppen, is ook eene Maria-poëzij ontloken en nog immer
bloeiend. Er zijn in dit perk heerlijke tuilen te garen : denkt slechts
aan Vondel en Schaepman, aan Gezelle en Daems en De Koninck.
 
Annotationen