Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Du Jon, François
Begin, Heerlijcke voortgangh, en Grootdadigh vermogen der Wijdberoemde Schilderkonst der Antycken — Amsterdam, 1675

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.798#0402
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext

Regitter van dit Schilder-boeck. 377
Wetten tegens versuymers en vervalschers derKonsten
geftelt , po
Wet van deStadt Marsèillien, om Vrouw-schenderye te
mijden . . . 231
Wet van Solon te Athenen, dat geen kindt ghehouden
was sijn vader te onderhouden, wien hy niet een goede
Konst had laten leeren 93
Wiedenonvertsaeghdevrymoedigheyteygenis 174
Wie het Beeldt van Diana van Ephesen ghemaeckt heeft
ende hoese om't leven quamen 75
Wonderlicke Draecke te Roomen 10 j
Z.
'~7 Euxüy Tolygnotus, Euphranor en Taujtas, hoe sy haer
~ schilderye schaduwen 264
Zeuxis schilderye van 't Jongsken met druyven 1 ƒ4
Zeuxis bestraft Megabyzus 330
Zeuxis bestraft den Schilder Agatarchus over sijne licht-
vaerdigheyt in't schilderen 163
Zeuxis hadyet sonderlinghs in't schilderen van vrouwe-
licke lichamen 39
Zeuxis wierdt korsel als eenige ssecht-hoofden in sijne
stucken die dinghen de weïcke min verwonderinghe
verdienden boven 't ghene prijs-waerdigher was
bestonden te verhesfen 3^1
Zeuxis liet in alle sijne stucken de stoutmoedigheytvan
een vaerdige onbesehroomde Konst uy t-blijcken. 173

Bbb Naemen
 
Annotationen